Het zit erop, het is gedaan. Het Eurovisie Songfestival is officieel voorbij. Het waren twee weken die eigenlijk wel twee maanden leken. Ken je dat gevoel, om je ergens zo vol overgave in te storten dat je er helemaal in opgaat? Dat het je eerste gedachte is als je wakker wordt, en je laatste net voordat je gaat slapen? Dat gevoel van samenhorigheid en van teamwerk zoals ik het nog niet eerder heb beleefd? Dat gevoel dat de rest van de wereld je gestolen kan worden, en je ook daadwerkelijk helemaal niks van de wereld daarbuiten meekrijgt? Dat gevoel van in een heerlijke bubbel rond te zweven waarin iedereen precies hetzelfde doel voor ogen heeft? Dat gevoel van vreemden die na twee dagen al aanvoelen als beste vrienden en precies weten wat je nodig hebt als je het even lastig hebt? Dat gevoel van je lichamelijk compleet gesloopt te voelen terwijl je je mentaal on top of the world voelt? Dat, en nog veel meer dan dat, is wat het Songfestival met mensen doet.
Ik moest concluderen dat ik me zelfs niet meer dezelfde persoon voelde als twee weken eerder
En dit alles zorgt ervoor dat ik zondag in de hele vroege ochtend, precies twee weken nadat in Turijn aankwam, moest concluderen dat ik me zelfs niet meer dezelfde persoon voelde als twee weken eerder. Alsof alles anders was. Ik ben gegroeid, zie dingen in een ander licht en denk nu al anders na over keuzes die me de aankomende tijd staan te wachten.
Als ik dan hier, op deze plek in mijn eigen blog, bloedeerlijk mag zijn, was Turijn voor mij persoonlijk tien keer zo mooi als Rotterdam
In de afgelopen twee weken is me heel vaak gevraagd de vergelijking te maken tussen Rotterdam en Turijn. Tot nu toe heb ik me hiervan willen onthouden, omdat het gewoonweg niet te vergelijken is. Maar als ik dan hier, op deze plek in mijn eigen blog, bloedeerlijk mag zijn, was Turijn voor mij persoonlijk tien keer zo mooi als Rotterdam. Want waar Rotterdam weliswaar de organisatie had die stond als een huis, had Turijn de Italiaanse passie. En de liefste collega die lasagna voor me maakte als een ware mamma voor weer een lange dag aanbrak. De gestolen, snelle knuffels met de bandleden van Måneskin terwijl ze omgeven werden door wel acht securitymensen omdat ze zich nu, slechts een jaar na Rotterdam, niet meer zonder kunnen voortbewegen. De emotionele uitbarstingen tussen ons als collega’s dat voor mij helemaal nieuw was. Er was echter geen uitbarsting die niet weer gelijk te goed te maken was met een enkel kopje Lavazza-koffie. De artiesten die ook dit jaar weer stuk voor stuk onze harten stalen. De juryfinale op vrijdag beleven vanuit de Green Room in een kolkende arena. De spontane en rake humor van show-host Laura Pausini achter de schermen. Hoe iedereen zichzelf er constant op betrapte weer een songfestivalnummer te neuriën, of de pasjes van de vlotte dansjes mee te doen. Het lichamelijke contact: van warme knuffels tot een arm die om je schouder werd geslagen en van standaard begroet te worden met twee zoenen tot de bezwete handen van de artiesten die de jouwe grepen vlak voor ze het podium opgingen. De planning die elke dag veranderde waardoor je nooit verder dan een dag vooruit keek. De turquoise loper-ceremonie in een Italiaans palazzo dat voor Het Paleis van Versailles niet onderdeed. De podcasts met de Telegraaf waarin ik van enthousiasme niet te stoppen was. De eindeloze drama: van een zware camera die tijdens de liveshow in het publiek dreigde te storten tot een zangeres met heftige woede-uitbarstingen waardoor de internationale roddelmachine op volle toeren draaide. Hoe alles dan toch altijd, naar goed Italiaans gebruik, weer op z’n pootjes terecht kwam. De WhatsApp-groep met collega’s die nooit, maar dan ook nooit, stilviel en waar op een gegeven moment in liedteksten werd gecommuniceerd. Het geouwehoer met de cameramannen als ik weer als stand-in in de green room zat tijdens eindeloze repetities van de puntenuitslag. De pure frustratie die je voelde als je werd verteld dat je een middag of avond vrij had, omdat je helemaal nooit vrij wou zijn. De koninklijke elegantie van Turijn en al haar adembenemende cafés. Het dansen tot de zon weer opkwam na de finale zaterdagnacht. Want hoe chaotisch de Italiaanse songfestivalorganisatie ook door de pers werd omschreven, er was één ding dat niemand kon ontkennen: in Turijn stroomde de passie voor het leven, de muziek, en de liefde door de aderen.
En dan te bedenken dat ik in april nog hevig twijfelde of ik wel op die trein naar Turijn moest stappen…
En daarom kan ik maar één ding zeggen: ik had het voor geen goud willen missen. En dan te bedenken dat ik in april nog hevig twijfelde of ik er wel goed aandeed om op die trein naar Turijn moest stappen…