Het was carnaval in Limburg vorige week, zoals je waarschijnlijk wel weet. Een vriendin stuurde me een berichtje die dagen: voel je FOMO? Oftewel: the Fear of Missing Out, het gevoel hebbende dat je iets mist. Mijn antwoord: ik ben niet bang iets te missen, ik ben er zeker van dat ik iets mis! Het is één van die dingen die inherent zijn aan het wonen in het buitenland: je kunt niet overal bij zijn, al zou je wel willen.
Dat er een paar uur later iets bijzonders zou gebeuren dat me carnaval even helemaal zou vergeten, wist ik op dat moment nog niet…
Tegelijkertijd voelde het helemaal niet vervelend. Integendeel zelfs. Ik genoot ontzettend van alle carnavalsupdates die langskwamen in de vorm van bonte foto’s en video’s. Het was zaterdag en hier in Milaan scheen volop de zon. Het voorjaar hing in de lucht – iets dat voor mij ook onlosmakelijk verbonden is met carnaval – en dus ging ik met Marco, mijn extravagante vriend, op pad. Dat er een paar uur later iets bijzonders zou gebeuren dat me carnaval even helemaal zou vergeten, wist ik op dat moment nog niet…
Zijn naam doet overigens vermoeden dat hij Nederlands is, maar in werkelijkheid komt hij uit het noorden van Duitsland
Die middag hebben we namelijk een duidelijke bestemming: de fototentoonstelling “Timeless Time” van fotograaf Vincent Peters in het prachtige Palazzo Reale. Hij heeft de grootste sterren van de wereld voor de lens gehad: Penelope Cruz, Charlize Theron, Emma Watson, Cameron Diaz en als goede vriend van Monica Bellucci – dé meest iconische actrice van Italië na Sophia Loren – is ook zij het onderwerp van veel van zijn foto’s. Het zijn echter niet de beroemdheden alleen die zijn werken zo bijzonder maken, maar des te meer de manier waarop hij ze fotografeert. Filmisch en oogverblindend, maar tegelijkertijd kwetsbaar en tijdloos, haast als een schilderij. Zijn naam doet overigens vermoeden dat hij Nederlands is, maar in werkelijkheid komt hij uit het noorden van Duitsland, al heeft hij Duitsland al lang geleden verlaten, zo zouden we niet veel later ontdekken.
Terwijl we vol bewondering door de eerste twee zalen lopen terwijl we elke foto op ons laten inwerken, stoot Marco me opeens aan. “DAT IS HEM!” roept hij gesmoord terwijl hij naar een man wijst die voorover gebukt zit op een bankje in het midden van de ruimte
We sluiten aan in de rij, en niet veel later lopen we de gigantische, statige werveltrap op naar boven, het paleis in. De tentoonstelling bestaat uit negentig foto’s, en gelijk wordt duidelijk dan zijn kijk op bellezza, schoonheid, simpelweg ongeëvenaard is. De combinatie van de perfect gekozen muziek en de zwart-wit foto’s trekken me er als een magneet naartoe. Terwijl we vol bewondering door de eerste twee zalen lopen terwijl we elke foto op ons laten inwerken, stoot Marco me opeens aan. “DAT IS HEM!” roept hij gesmoord terwijl hij naar een man wijst die voorover gebukt zit op een bankje in het midden van de ruimte. “Wie?”, vraag ik nog. “Vincent Peters, natuurlijk!” sist hij. “Weet je het echt zeker?”, vraag ik. Marco pakt zijn telefoon en googelet hem, en zo onopvallend mogelijk proberen we de man op het beeldscherm te vergelijken met de man die daar zit. Na een bevestigend knikje van Marco zeg ik prompt: “dan moeten we hem nu persoonlijk bedanken voor zijn werk nu we de kans hebben”. Voorzichtig maar vastberaden knopen we een praatje aan, en al gauw gaat het niet enkel over de prachtige foto’s, maar ook over waarom hij op zijn zeventiende al besluit het grauwe noord-Duitsland achter zich te laten, waarom ik de keuze gemaakt heb naar Italië te verhuizen, en wat het land voor ons beiden betekent. We babbelen een poosje, bedanken hem nogmaals, en bewonderen dan de rest van de collectie, een beetje in ongeloof verkerend dat we de maestro zojuist persoonlijk gesproken hebben. En dit terwijl al het andere publiek nietsvermoedend langs hem doorloopt.
We denken precies hetzelfde, en dat beseffen we ons als we elkaar aankijken. “Het is nu of nooit”, zeg ik
Het volgende moment staan we weer buiten op het zonovergoten plein. Ik heb zin in een koffietje nu, en Marco stelt voor deze te nemen in het historische café van het paleis. En terwijl we koers zetten richting het caféetje, zien we daar tot onze verrassing Vincent Peters buiten staan, genietend van de zon. We zwaaien vriendelijk en lopen naar binnen. “Neem je de koffie gewoon snel staand aan de bar?”, vraagt Marco me nog. “Eh, ik denk het?”, antwoord ik, terwijl we allebei een beetje vertwijfeld blijven staan dralen. We denken precies hetzelfde, en dat realiseren we ons als we elkaar aankijken. “Het is nu of nooit”, zeg ik tegen Marco, en voor ik het weet staat hij alweer buiten. Het volgende moment hoor ik een vriendelijke stem achter mij “Ciao Anne, it’s so good to see you again”. Het is de stem van Vincent Peters natuurlijk, die Marco’s vraag of we hem misschien een koffie mogen aanbieden, met een enthousiaste ja beantwoordde.
Het is haast niet voor te stellen dat een man met de carrière die hij heeft zelfs nog onzeker kan zijn of de mensen zijn foto’s wel kunnen waarderen zoals hij hoopt
Het volgende anderhalf uur zitten we met z’n drietjes aan een klein rond tafeltje in het historische café. De heren met een kop thee, ik met mijn caffè macchiato. Een prachtig gesprek volgt. Vincent praat over de betekenis van schoonheid, en de relatie die eenieder ermee heeft. Intimideert het je of bewonder je het? Is het iets dat je nastreeft, of iets waar je juist tegen af wilt zetten? Dat zegt alles over hoe je denkt over je eigen schoonheid, aldus hem. Tot twee keer toe is hij tot tranen geroerd als hij vertelt wat zijn kunst voor mensen heeft betekend. Het is prachtig om hem zo kwetsbaar te zien, maar tegelijkertijd is het haast niet voor te stellen dat een man met de carrière als de zijne nog onzeker kan zijn of de mensen zijn foto’s wel kunnen waarderen zoals hij hoopt. Even later voelt het letterlijk alsof ik in een film ben beland, als ik hem hoor praten over zijn talloze covershoots voor Vogue, Hollywood en alle sterren die hij onder de sneltoets in zijn telefoon heeft staan. Ook vraag ik hem wat hij vindt van de digitale wereld waarin we leven, waarin iedereen altijd de telefoon in handen heeft. Zijn antwoord? “Alle foto’s die ik schiet, zijn analoog…”
Marco en ik lopen nog een beetje verdwaasd naast elkaar als de felle zon en de drukke mensenmassa ons weer terugbrengt naar het nu. Het leek wel alsof we even ontsnapt waren aan de werkelijkheid
Nadat we afscheid hebben genomen, lopen Marco en ik nog een beetje verdwaasd naast elkaar als de felle zon en de drukke mensenmassa ons weer terugbrengt naar het nu. Het leek wel alsof we even ontsnapt waren aan de werkelijkheid hoe we daar samen met één van ‘s werelds meest iconische fotografen aan dat kleine ronde tafeltje zaten gepropt. Het leven zit écht vol kleine wondertjes en bijzondere ontmoetingen, bedenk ik mij. Misschien was dit wel de reden waarom ik dit jaar carnaval moest missen.
Woh, heel biezunjer.