Inmiddels ben ik alweer bijna drie weken terug in Rome. Drie weken waarin de temperaturen naar grote hoogte stegen, ik de stranden nabij Rome weer opzocht, oude vrienden terugzag (sommigen na maanden en sommigen na vier jaar!) en nieuwe gezichten leerde kennen. Maar ook waarin een bijzondere dag plaatsvond, en wel afgelopen zondag. Het was namelijk mijn onomastico, oftewel, mijn naamdag.
Al jaren roep ik dat ik deze dag eigenlijk liever zou vieren dan mijn verjaardag
Zesentwintig juli is dè dag van alle Anna’s, Anne’s, Annie’s en ga zo maar door. Al jaren roep ik dat ik deze dag eigenlijk liever zou vieren dan mijn verjaardag – zoals mijn oma vroeger vertelde dat haar ouders meer waarde hechtten aan haar naamdag dan aan haar geboortedag – want wanneer je zoals ik geboren bent op twee januari is een feest in de buitenlucht iets waarvan je je leven lang blijft dromen. Maar ondanks dat ik vorig jaar, toen ik gedurende de zomer in Napels woonde, hele schalen vol met verse pizzette en andere hapjes als traktatie uitdeelde, was het dit jaar niet zo’n speciale dag. Sinds ik geen baan in loondienst meer heb, is er niet meer zo’n duidelijk verschil tussen het weekend en weekdagen en zo kwam het net deze week zo uit dat ik alle ‘klusjes’ voor het weekend had bewaard.
Want hoe Italiaans ik ook ben geworden in mijn doen en laten, opeens werd ik weer door alle tafeltjes om me heen wantrouwend opgenomen als la straniera, de buitenlandse
Eén van die ‘klusjes’ was het schrijven van mijn blog. Ik heb vanaf het begin van mijn blog-avontuur de maandag nu eenmaal bestempeld als blog-dag en aangezien ruim vooruit werken nog nooit aan mij besteed is, komt het erop neer dat dit altijd weekendwerk is. En zo zat ik dan ook deze keer op zondagavond te typen. Ik had me met mijn laptop naar een cafeetje in de buurt begeven en nam een red velvet muffin bij mijn caffè macchiato om zo toch nog mijn heugelijke dag enigszins te vieren. En hoewel dit bij uitstek een cafeetje is waar de hele week door freelancejournalisten, schrijvers en zogenaamde digital nomads driftig op hun Macbook (Apple lijkt een waar monopolie te hebben onder de freelancers) zitten te typen, ging mijn ijver zelfs hier een beetje te ver op zondagavond. Want hoe Italiaans ik ook ben geworden in mijn doen en laten, opeens werd ik weer door alle tafeltjes om me heen wantrouwend opgenomen als la straniera, de buitenlandse. Eh, scusate.
De ware kunst van het leven is niet om dat wijntje te nemen als beloning voor je harde werken. Want eigenlijk vertel je jezelf dan dat je het eerst moet verdienen
Want zondag blijft zondag. De dag waarop het misschien wel meest Italiaanse motto “dolce far niente” het leven overneemt. Dolce far niente, vrij vertaald: de kunst (en het genot) van het niks doen. De alom bekende scène uit de film Eat, Pray, Love waarin Julia Roberts als de Amerikaanse Elizabeth Gilbert op haar zoektocht naar geluk in een Romeinse kapsalon terecht komt en door een Romein al liggend in de kappersstoel haarfijn krijgt uitgelegd wat het diepgewortelde probleem is van de Amerikanen en hun doorgedraafde prestatiemaatschappij, slaat de spijker op zijn kop. De ware kunst van het leven is niet om dat wijntje te nemen als beloning voor je harde werken. Want eigenlijk vertel je jezelf dan dat je het eerst moet verdienen. Door veel te hard te werken bijvoorbeeld, met wellicht een burn-out tot gevolg. En waarschijnlijk voldoe je dan nog niet aan je eigen, torenhoge verwachtingen, of nog erger, aan die van je baas. Nee, de essentie en de kracht van het Italiaanse dolce far niente is het niets doen zònder dat je daar eerst iets voor gedaan moet hebben. Het nietsdoen na het niets doen als het ware. Op elk moment van de dag – en je leven – mag je een stapje terug doen. Even de deur achter je dicht gooien, de boel de boel laten en buiten de deur gaan lunchen. En op zondag moet dat zelfs in Italië.
Toen ik na een half uur de rekening vroeg, had ik het schaamrood op mijn kaken staan (en dat kwam niet door die red velvet muffin…)
Want wat me de afgelopen jaren wel is opgevallen, is dat het probleem van de prestatiemaatschappij allang niet louter een Amerikaans probleem meer is. Als ik de stress en prestatiedruk zie waarmee mijn Italiaanse vrienden en vriendinnen te maken krijgen die nog maar aan het begin van hun werkzame leven staan en dagen op kantoor maken die veel langer zijn dan bij ons in Nederland (tot half negen is hier doodnormaal), baart me dat oprecht zorgen. Maar gelukkig hebben de Italianen wel die ware kunst van het levensgenieten meegekregen dat zich in volle glorie openbaart op zondagmiddagen die zich eindeloos lijken uit te strekken. Het dolce far niente voordat weer een nieuwe week begint. Dat ik met mijn laptop en kop koffie op het terras zat terwijl letterlijk elk tafeltje om me heen werd bevolkt door groepjes vrienden en familie die zich tegoed deden aan grote glazen aperol spritz en schalen vol hammetjes en kaasjes, was dan ook haast gênant te noemen. Toen ik na een half uur de rekening vroeg, had ik het schaamrood op mijn kaken staan (en dat kwam niet door die red velvet muffin…). De blog van deze week zou dan maar nog meer last-minute moeten worden geschreven dan gewoonlijk want deze zondagavond zou er even helemaal niks meer gebeuren.
Ondanks de kritische blikken vanuit de meer noordelijke (en automatisch veel koelere en bewolktere) contreien, weten we hier inmiddels wel beter. Het is een zegen
En nu is het weer maandag, en met het begin van een nieuwe week zijn ook de laatste dagen van juli aangebroken. Augustus nadert met rasse schreden en in Rome betekent dat dat de temperaturen, geheel volgens verwachting (niks zo voorspelbaar als het augustus-weer in Rome), nog verder gaan stijgen. Ik bekijk de weerberichten. Het kwik gaat oplopen tot 37 graden in de schaduw. Met de dag zie je het tempo in deze miljoenenstad vertragen, en de hitte dwingt ons allemaal letterlijk op de knieën. Het is iets dat in Noord-Europa vaak met een sceptisch oog bekeken wordt, de siësta’s en hoe een heel land de gehele augustusmaand op vakantie kan zijn. Gemeentes, banken, kantoren, maar óók bij mijn favoriete koffiebarretje: overal hangt er zo dadelijk weer een briefje op de deur: “Torneremo il primo settembre”. Eén september zijn we er weer. En ondanks de kritische blikken vanuit de meer noordelijke (en automatisch veel koelere en bewolktere) contreien, weten we hier inmiddels wel beter. Het is een zegen. De reden waarom Italië is zoals het is. Waarom het die niet aflatende aantrekkingskracht heeft op alles en iedereen. Zestig miljoen mensen die de ware levenskunst begrepen hebben, il dolce far niente, en jou daar graag van mee laten genieten. De meest effectieve manier om elke vorm van overspannenheid ver buiten de deur te houden. Het enige dat je hoeft te doen, is je eraan durven overgeven. En geloof me, met 37 graden in de schaduw wil en kun je niet anders.
Buongiorno Anne,
Vanochtend volledig over gegeven aan het Dolce far Niente. In de tuin “nel sole” met een cappuccino. En ipv een lekker boek mijn iPad om de laatste 10 blogs van je te lezen. Vorige week toevallig op Instagram tegen je blog aangelopen via mijn Instagram “bella.italia.ciao”. Heerlijk om met je verhalen weg te dromen naar het heerlijke Italia met jouw belevenissen daar sinds je vertrek uit Nederland. Natuurlijk als echte Nederlander kon ik toch niet geheel toegeven aan “far niente”. Dus toch maar zowel de NL als IT variant gelezen en zo tijdens “far niente”ook nog mijn Italiaanse woordenschat uitgebreid voor mijn volgende trip naar Italië. Vanaf nu moet ik het helaas doen met 1 blog per week. Ik kijk uit naar wat je vanavond in je buurtcafé gaat schrijven of deze keer toch maar eerder begonnen 😎.
Alllo prossimo blog
Emilio
De naamdag is in Nederland helaas bijna geheel van het toneel verdwenen…..
En ik zal ook proberen wat meer van de italiaanse levensstijl over te nemen.