Een paar dagen geleden heb ik, per ongeluk natuurlijk, bijna het hele huis in de hens gezet. Een poging tot het bereiden van een verse zuppa di zucchine (courgettesoep) ontaarde in een vlam in de pan, zwartgeblakerde zucchine, de hele keuken die blauw stond van de rook en een gigantische stank die nog dagen in huis heeft gehangen. Mi scusa Alessandro… (mijn huisgenoot).
“Nee maar in Italië doen ze ècht geen room in de carbonara hoor”, aldus je buurvrouw die nu ‘echt weet’ hoe de Italiaanse keuken in elkaar steekt na haar driedaagse kookcursus in Toscane
Nu ben ik alweer een maand in Italië, het land met ongetwijfeld de beroemdste keuken ter wereld, en eigenlijk heb ik nog helemaal niks geschreven over mijn culinaire belevenissen tot nu toe. Ik zou moeiteloos duizend woorden lang kunnen gaan uitweiden over de verrukkelijke carbonara waar ik nooit genoeg van krijg of, mijn guilty pleasure, de tramezzino (de Italiaanse versie van een tostie die je in elk barretje voor één euro vijftig koopt en op het vuistje opeet), maar waarschijnlijk verval ik dan in enorme clichés en keukenwijsheden die je dankzij 24kitchen en al je hobbykok-vrienden al veel te vaak gehoord hebt (“Nee maar in Italië doen ze ècht geen room in de carbonara hoor”, aldus je buurvrouw die nu ‘echt weet’ hoe de Italiaanse keuken in elkaar steekt na haar driedaagse kookcursus in Toscane waar ze in katzwijm is gevallen voor Giorgio de kok met zijn donkere krullen). Bovendien is de waarheid dat ik het grootste gedeelte van mijn maaltijden lekker thuis kook, dit in tegenstelling tot afgelopen zomer in Napels toen ik twee maanden lang niet in de buurt van een fornuis ben gekomen. Veertig graden, geen fatsoenlijke afzuigkap en de beste pizza ter wereld voor vijf euro op elke straathoek: daar hoefde ik niet over na te denken. In Rome kook ik daarentegen dus wel en zo heb ik hele àndere, ietwat onverwachte, dingen ondervonden in mijn Italiaanse keuken.
Dus toen ik laatst verse, met pompoen gevulde, ravioli had gekocht kon ik dan ook niet wachten om dit kostje te verorberen. Maar wat een deceptie!
Veel van de producten die je hier in Italië vindt, smaken heel anders dan thuis in Nederland. En voor het merendeel van die producten geldt: maar goed ook (denk aan de tomaten, olijfolie, wijnen, buffelmozzarella, prosciutto: de lijst is eindeloos). Maar zelfs in Italië kun je blijkbaar de verkeerde keuzes maken want toen vorige week een vriend langskwam met twee pizza’s (tot zover zijn vertrouwen in mijn kookkunsten) werden alle drie mijn flessen olijfolie genadeloos afgekeurd “Che olio di merda!” (letterlijk: wat een shit-olie). Nu moet ik er waarschijnlijk wel bij vermelden dat hij tot beste olijfolie-sommelier van Italië (een hele prestigeuze wedstrijd hier) is gekroond dit jaar. Ondanks de verdeelde meningen in het land van la dolce vita vormen alle heerlijkheden één van de belangrijkste redenen waarvoor miljoenen buitenlandse toeristen ieder jaar weer naar Italië afreizen. Toch heb ik nu, tegen al mijn verwachtingen in, ervaren dat sommige van mijn maaltijden minder smakelijk uitpakten dan thuis en wel met één product in het bijzonder: zucca. Oftewel: mijn geliefde pompoen! Eén van mijn lievelingskostjes in Nederland is zonder twijfel pompoensoep en aangezien iedere hipsterige eetgelegenheid dit in de afgelopen jaren op de kaart heeft gezet heb ik er heel wat geproefd. Ook in Italië is pompoen een populair en veelgebruikt product, denk bijvoorbeeld aan de – hier komt dan toch een kleine culinaire tip – fiori di zucca, een echte Romeinse specialiteit die je mòet proberen. Dus toen ik laatst verse, met pompoen gevulde, ravioli had gekocht kon ik dan ook niet wachten om dit kostje te verorberen. Maar wat een deceptie! De pompoenvulling was mierzoet, met een Sinterklaas-achtige bijsmaak die ik in eerste instantie maar niet kon plaatsen. Tot het kwartje eindelijk viel: dit smaakte gewoon naar amandelspijs! In de regen heb ik op het balkon de verpakking weer uit de prullenbak gevist maar er zou toch echt niks anders dan pompoen inzitten. Waarschijnlijk hoorde het zo te smaken maar iets zò zoet in mijn hartige maaltijd vind ik echt niet lekker en ik heb dan ook al menig petitie getekend die ervoor pleit om ananas op pizza als officieel strafbaar feit vast te leggen, iets waar de ganse natie hier vol afschuw haar neus voor optrekt en wordt beschouwd als het toppunt van amerikanisering van de Italiaanse cultuur. Een paar dagen later, ik vind pompoen nou eenmaal heel lekker, besloot ik een nieuwe poging te wagen en een heerlijke, simpele pasta met verse pompoen, peper en parmezaan te bereiden. Wederom kon ik niet wachten aan te vallen op mijn dampende bord, maar wederom bleek het een gigantische deceptie. Deze keer was de pompoen zuur, heel zuur met een nare vlezige structuur. Eten weggooien vind ik zonde dus heb ik mijn kostje, mijn lange tanden weliswaar, toch opgegeten. Mijn pompoenavonturen bezorgden me wel een heel onverwachte openbaring want zo bestaat het dus toch dat zelfs ik, de grootste liefhebber van de Italiaanse keuken, naar een Hollands kostje kan terugverlangen. Sommige dingen zijn hier gewoon anders dan thuis.
Het feit dat ik vorige week mijn zuppa di zucchine in brand heb laten vliegen komt dan ook zonder twijfel doordat alles in Italië hier zo anders is, ook de werking van een gasfornuis natuurlijk. Dat het iets te maken kan hebben met het feit dat ik een half uur lang compleet opging in het uitzoeken van een hotel voor mijn naderende tripje naar Napels en daarbij alles om me heen vergat inclusief de pan die op de grootste kookpit stond met het vuur volledig opengedraaid kan ik me niet voorstellen.
Napoli here we come!!!
Ik heb nog wel een goed recept voor pompoensoep… 😉
Proef graag een van de Italiaanse recepten 😘
Doe mij maar zo’n tramezzino, heerlijk! Anne, ik heb er alle vertrouwen in dat je snel transformeert in een echte Italiaanse keukengodin! Kus
Sjoon verhaol. Auch nao veertig jaor kaoke kinde de oan vergaete heur!
Gr Detje