De oudere man tegenover me aan tafel knijpt z’n ogen tot spleetjes terwijl hij mij aankijkt. Al twee uur hebben we geëngageerd boven borden met de meest heerlijke pasta zitten kletsen en al even heb ik door dat hij mij – de ogenschijnlijk zo Nederlandse dame – probeert te doorgronden. Er klopt iets niet, volgens hem, en ik weet dat het hem nog maar heel even kost om er de vinger op te leggen. Dan klaart zijn gezicht op “Ik weet het!” Ik doe alsof ik vol verwachting wacht op wat hij te zeggen heeft, maar eigenlijk weet ik het allang. “Non sei olandese, sei una romantica.” Je bent niet Nederlands, je bent een romantica. Vragend trek ik mijn wenkbrauwen op en ik glimlach om het enthousiasme van de oudeheer over zijn ontdekking. Mijn verbazing is gespeeld, want de waarheid is dat ik dit gesprek gemiddeld zo’n drie keer per week voer in Rome. Eigenlijk zo’n beetje iedere keer wanneer ik met een Italiaan praat die me nog niet kent.
Ik was met stomheid geslagen over hoe letterlijk het er eigenlijk staat maar hoe het me tegelijkertijd zelf nooit was opgevallen
Een romantica dus. Maar wat bedoelen de Italianen hier precies mee? In tegenstelling tot de associaties die dit ongetwijfeld bij je oproept, heeft het niets te maken met rozen, kaarslicht en een amoureus liefdesverhaal. Maar wat betekent het dan wel? Hoewel ik het begrip ‘essere romantica’, ‘het zijn van romantica’, al langer kende, was het niet eerder dan vorige week dat een gepassioneerde gids mij vertelde waar het woord romantica vandaan komt. Ik was met stomheid geslagen over hoe letterlijk het er eigenlijk staat maar hoe het me tegelijkertijd zelf nooit was opgevallen.
Een gevoel sterker dan alle emoties die hij tot nu toe kende, maakte zich van hem meester. Hij probeerde dit gevoel te begrijpen, en in woorden uit te drukken. Was het liefde die hij voelde?
Lang, héél lang geleden was er een Engelsman die door Italië trok. Eenmaal in Rome aangekomen nam hij de absurde schoonheid van de Eeuwige Stad in zich op. Een gevoel sterker dan alle emoties die hij tot nu toe kende, maakte zich van hem meester. Hij probeerde dit gevoel te begrijpen, en in woorden uit te drukken. Was het liefde die hij voelde? Bewondering? Ontzag? Maar de man ontdekte dat er voor dit hele speciale gevoel, louter opgewekt door een stad die esthetisch zo mooi is dat het haast pijn aan je ogen doet en waar de energieën van ver vervlogen tijden zo voelbaar zijn alsof je met je vingertoppen over pagina’s met duizenden ontmoetingen strijkt, nog geen woord bestond. Ter plekke besloot hij er een nieuw woord voor uit te vinden. Aangezien het oude Rome de belichaming van dit gevoel was, besloot hij het vooral niet lastiger te maken dan nodig. Romantica. Twee woorden ineen versmolten. Roma – Antica. En daarmee werd het antieke Rome feitelijk een emotie.
Het is niet één dingetje, een karaktertrek of gewoonte, dat je een romantica maakt. Het is ook niet iets dat aangeleerd kan worden
Tegenwoordig heeft het begrip een ruimere betekenis gekregen, maar toch begrijp ik precies wat de Italianen bedoelen wanneer ze mij weer eens zo noemen. Het is niet één dingetje, een karaktertrek of gewoonte, dat je een romantica maakt. Het is ook niet iets dat aangeleerd kan worden, al geloof ik wel dat het in de huidige maatschappij vaak onderdrukt wordt. Een romantica ben je vanuit je diepste zelf. En hoewel het niet makkelijk te beschrijven is, ga ik het hier toch proberen.
Het is je onvermogen om je aan strakke planningen en schema’s te houden, simpelweg omdat ‘het leven’ tussendoor komt.
Het is je natuurlijke, niet te onderdrukken, neiging om altijd het esthetische aspect boven het praktische te verkiezen. Italianen weten dat het één niet ten koste van het ander hoeft te gaan.
Het is het vaak afgeleid worden door dingen die je zintuigen waarnemen. De groep spreeuwen in de lucht waarvan je je afvraagt waar ze naartoe gaan of die drie akkoorden muziek in de verte die onmiddellijk een herinnering oproepen.
Het is het niet efficiënt kunnen vertellen van verhalen omdat de details net zo belangrijk zijn als de boodschap (de lengte van mijn blogs spreekt voor zich). Je hebt een sterke drang om de sfeer te omschrijven wanneer je een verhaal vertelt.
Het is het kunnen geloven zonder feiten.
Het is het durven volgen van je hart. Ook als je hele omgeving bezwaren maakt of het totaal niet logisch lijkt. Je kunt simpelweg niet anders.
Het is het regelmatig kwijtraken van je spullen en het twee minuten nadat je ergens mee begonnen was alweer vergeten kunnen zijn wat je ook alweer aan het doen was.
Het is niks onbelangrijk kunnen vinden en tegelijkertijd alles kunnen laten varen.
Het is het je oprecht beter voelen wanneer je omgeven wordt door schoonheid. Een bekende Italiaanse uitspraak luidt dan ook “L’arte e la bellezza salveranno il mondo”. “Kunst en schoonheid zullen de wereld redden”.
Het is het regelmatig op plekken en in situaties terechtkomen waarvan je je vervolgens afvraagt hoe je hier nu weer in bent beland.
Het is je compleet mee laten slepen in een film.
Het is je beter en zelfs rustiger voelen in een chaotische omgeving waarin niet alles even goed geregeld is.
Het is de hang naar tradities en rituelen. Kaarsjes branden (dat kan zelfs online, ontdekte ik), geluksondergoed dragen (deed ik tijdens mijn eindexamens, het afrijden voor mijn rijbewijs, de eerste dag op de universiteit…) en kruisjes slaan.
Het is het zomaar kaartjes sturen, of briefjes achterlaten op het kussen.
Het is het meegaan op het ritme van het leven in de stad in plaats van het naar je hand te willen zetten.
Het is het regelmatig overvallen worden door emotie, vreugde of verdriet, dat als een golf opeens over je heen kan slaan.
Het is het denken in alle kleuren van de regenboog in plaats van zwart-wit.
Het is het meteen voelen van een diepe band met iemand die je nog maar vijf minuten geleden hebt ontmoet.
Het is het geloven dat toeval niet bestaat.
Het is ontzag en bewondering hebben voor alles dat leeft en beweegt en dat Moeder Natuur heeft gecreëerd. Niets heeft zo’n mediterende werking op mijn gemoed dan de golven van de zee.
Het is een enorm verbeeldingsvermogen hebben en dingen nooit ‘te veel’ vinden. Kunstenaars als Michelangelo en Bernini zijn hier het perfecte voorbeeld van. Bedenk maar eens hoe sober de Romeinse kerken en pleinen eruit hadden gezien als ze ook maar iets nuchterder in hun aanpak waren geweest.
Het is leven vol overgave, zonder handrem.
Italianen denken vaak dat Nederlanders per definitie niet romantica kunnen zijn. Dat is natuurlijk niet waar, alhoewel de Hollandsche praktische volksaard van nuchterheid, zuinigheid en het “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” wel het tegenovergestelde belichamen
Is het zijn van romantica dan louter besteed aan Italianen? Helemaal niet. Alhoewel de hele cultuur in Italië is doordrenkt met romantica, komt dit ook terug in de snik van good old countrymuziek, de werken van Shakespeare en oude Hollywood films. Italianen denken vaak dat Nederlanders per definitie niet romantica kunnen zijn. Dat is natuurlijk niet waar, alhoewel de Hollandsche praktische volksaard van nuchterheid, zuinigheid en het “doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg” wel het tegenovergestelde belichamen. Tegelijkertijd zijn niet alle Italianen romantica, maar het mag overduidelijk zijn dat de alom bekende Italiaanse passie, de bezieling waarmee ze koken, koffiedrinken en tegen hun honden praten en hun door Nederlandse ogen gezien niet efficiënte besluitvaardigheid voortvloeien uit deze romantische cultuur.
Op mijn vraag of hij dan toch niet overweegt naar Duitsland te emigreren haalt hij zijn schouders op, dat staat in de sterren geschreven
Terug naar de oudeheer tegenover me aan tafel. Heeft het zijn van romantica dan helemaal niks te maken met de liefde? Natuurlijk wel. Hij vervolgt zijn levensverhaal en vertelt me over zijn Duitse vrouw die al jaren meer dan duizend kilometer van hem afwoont, nadat ze door heimwee had besloten niet meer mee terug te gaan naar Italië. Maar scheiden? Dat komt niet in hem op. Want, zo vertelt hij, die ene, ware liefde is voor altijd. De grote afstand en het feit dat ze fysiek niet meer samen kunnen zijn maakt het verlangen alleen maar groter en hun liefde alleen maar specialer, aldus hem. Op mijn vraag of hij dan toch niet overweegt naar Duitsland te emigreren haalt hij zijn schouders op, dat staat in de sterren geschreven. Of hier het gevoel voor drama van een echte romantica doorschemert? Oordeel zelf…