Het is de paradox van deze tijd. De coronasituatie in Italië blijft, net zoals in de rest van de wereld, met de dag veranderen (hallo Britse en Zuid-Afrikaanse varianten) en tegelijkertijd voelt het alsof we al een jaar in precies dezelfde virusellende zitten. Echter, er is ook goed nieuws. De Italiaanse regering heeft reden gezien om een zona bianca (witte zone) toe te voegen aan het kleurenschema dat al sinds oktober het land dicteert. Zona bianca houdt in dat het in een bepaalde regio zo goed gaat dat er nog meer mag dan in zone geel, tot op heden de soepelste kleur. Het slechte nieuws is dat er vooralsnog geen enkele regio voldoet aan de voorwaarden voor zona bianca.
Rillend trok ik mijn dikke witte bontjas (nep natuurlijk) om me heen, dankbaar dat ik deze jas – die ik vorig jaar in Rome kocht en inmiddels gerust iconisch genoemd mag worden – die ochtend had aangetrokken
Ondertussen zat ik hier in Nederland wel even in een zona bianca. Toen ik zaterdag naar huis ging na een avondje dansen in de huiskamer van een vriendin, moest ik ettelijke centimeters hagelwitte sneeuw van de auto verwijderen. Een week eerder stonden mijn vriendinnen en ik voor dag en dauw op om een sneeuwwandeling te maken in de heuvels van Zuid-Limburg. Waar we ook keken, overal was hier sprake van een zona bianca. Op elk takje en blaadje lag sneeuw en het leek wel alsof we door het sprookjesdecor van de Disneyfilm Frozen wandelden. Ondanks het feit dat we flink doorstapten – soms ging het behoorlijk bergop – en de meegebrachte thermoskannen vol dampende thee ten spijt, bleef ik het koud hebben. Rillend trok ik mijn dikke witte bontjas (nep natuurlijk) om me heen, dankbaar dat ik deze jas – die ik vorig jaar in Rome kocht en inmiddels gerust iconisch genoemd mag worden – die ochtend had aangetrokken.
Mijn oversized, dikke witte jas van nep-bont lijkt echter meer op een grote pluchen teddybeer zoals deze nonchalant om mijn lijf hangt. En juist in die nonchalance schuilt het ware geheim
Maar waarom iconisch? Eén van de belangrijkste lessen die je in het modeland Italië leert, is dat je moet investeren in kleding. Kledingstukken met een goede snit, een mooie stof en vooral een perfecte pasvorm (het geheim waarom die Italianen er altijd zo goed gekleed uitzien) waar je lang plezier van hebt. Mijn oversized, dikke witte jas van nep-bont lijkt echter meer op een grote pluchen teddybeer zoals deze nonchalant om mijn lijf hangt. En juist in die nonchalance schuilt het ware geheim. Niks verraadt zo op het eerste gezicht een strak, Italiaanse design. En toch zit hij als gegoten, de naden precies op de uiterste punten van mijn schouders, de mouwen precies lang genoeg en de dikke kraag die het geheel net dat vleugje elegantie geeft. Ik was dan ook op een missie naar deze perfecte jas die zaterdagochtend in november, nu ruim een jaar geleden.
Tot overmaat van ramp moest ik nog een kleine maand wachten voordat de centrale verwarming het deed, dus als ik me dan toch naar buiten waagde in mijn dunne jasje, zat er niks anders op dan bij thuiskomst onder een hete douche te gaan staan om op te warmen (niet gelijk het beeld dat je hebt als je aan Rome denkt, toch?)
Want toen ik in het najaar van 2019 naar Rome verhuisde, had ik beter moeten weten na mijn winterse avonturen hier vier jaar eerder en meer dan enkel een zomers leren jasje moeten inpakken. Al na mijn eerste week in Italië sloeg het weer om: van een zonovergoten nazomer gingen we naar dichte wolken die zich samenpakten boven de Eeuwige Stad. Zes weken lang werden we onafgebroken getrakteerd op stortregen, hagel en een ijzige wind. Tot overmaat van ramp moest ik nog een kleine maand wachten voordat de centrale verwarming het deed, dus als ik me dan toch naar buiten waagde in mijn dunne jasje, zat er niks anders op dan bij thuiskomst onder een hete douche te gaan staan om op te warmen (niet gelijk het beeld dat je hebt als je aan Rome denkt, toch?). Zo was het al bijna december en had ik nog steeds geen winterjas. Toen ik voor de zoveelste keer op mijn kop kreeg van mijn Italiaanse vriendin was het dan ook genoeg. Langzaam opwarmend onder het dikke dekbed opende ik Instagram waar meteen een Italiaanse influencer in een hele dikke, witte pluchen jas in beeld sprong. Het was een ware droom. Het meisje leek helemaal op te gaan in die fluffige jas, die haar als een marshmallow omhelsde. Die moest en zou ik hebben. Vliegensvlug checkte ik de winkel en de volgende ochtend ging ik ernaartoe. Binnen vijf minuten was de jas van mij. Ik wilde ‘m nooit meer uittrekken. En wat ik toen nog niet wist, is dat deze witte bontjas haast iconisch zou worden.
Met de restaurants die nog steeds gesloten zijn, de enige plek in Nederland waar ik nog wel eens een spontaan Italianen tegenkom, zit een live gesprek er niet meer in. Toch ontstond zo’n momentje afgelopen week, compleet onverwacht. En je raadt het al, het was mijn witte bontjas die me had verraden
Want overal waar ik kom in mijn bontjas, krijg ik commentaar. Kinderen willen eraan zitten – de peuterdochters van een Italiaanse vriendin waren dolgelukkig toen ze hem even aan mochten – en honden steken nieuwsgierig en al snuffelend hun snuit in het pluche. Tegelijkertijd kan de jas op veel bewondering van modekenners rekenen. De Spaanse echtgenoot van een oud-collega – die jarenlang in de top van de modewereld werkte –raakte niet uitgepraat over de jas en hoe goed hij me stond. En terwijl ik hier in Nederland overal naartoe ga in mijn Italiaanse teddybeer, merkte ik dat ik het Italiaans praten erg begon te missen. Maar met de restaurants die nog steeds gesloten zijn, de enige plek in Nederland waar ik nog wel eens een spontaan Italianen tegenkom, zit een live gesprek er niet meer in. Toch ontstond zo’n momentje afgelopen week, compleet onverwacht. En je raadt het al, het was mijn witte bontjas die me had verraden.
Toen de behandeling klaar was en ik mijn witte bontjas weer aan trok, keek mijn nieuwe tandarts mij op haar beurt nieuwsgierig aan. Ik zag aan haar dat het plaatje dat ze had van mij voor haar gevoel óók niet helemaal klopte
Ik was bij de tandarts, een nieuwe, dus ik maakte voor het eerst kennis met haar. Ze was de Nederlandse taal niet machtig maar praatte Duits, al klopte dat plaatje in mijn hoofd niet helemaal en mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Toen de behandeling klaar was en ik mijn witte bontjas weer aan trok, keek mijn nieuwe tandarts mij op haar beurt nieuwsgierig aan. Ik zag aan haar dat het plaatje dat ze had van mij voor haar gevoel óók niet helemaal klopte. In het Duits vroeg ik waar ze oorspronkelijk vandaan kwam. Colombia, was haar antwoord en ik zag haar gezicht gelijk oplichten toen ik hardop veronderstelde dat Spaans dus haar moedertaal was. “Spreek je Spaans?”, vroeg ze, en in het Italiaans antwoordde ik haar, wetende dat ze me sowieso zou verstaan. Ik vertelde haar al een tijdje in Italië te wonen en met elk woord dat ik zei, knikte ze instemmend. “Het was je jas”, zei ze toen, “ik zag jou binnenkomen in die jas en wist meteen dat er iets niet-Nederlands aan je was. Ik dacht al aan Italië, maar nadat je gewoon Nederlands praatte, wilde ik er niet meer naar vragen”. En na een gezellig Spaans-Italiaans praatje met de nieuwe exotische tandarts in het dorp, hield mijn Italiaanse ijsbeer me weer warm op weg naar huis.
Zodra ik mijn witte bontjas van Italiaans design aanheb, begeef ik me in mijn eigen zona bianca
Is het niet fantastisch wat kleren kunnen doen? Het is één van de vele redenen waarom ik er zo gek op ben. Want zodra ik mijn witte bontjas van Italiaans design aanheb, begeef ik me in mijn eigen zona bianca. En deze zona bianca kan ik lekker altijd met me meenemen, ook als ik straks terug naar Rome ga. Zelfs nu de Italiaanse regering zich gedwongen zag Lazio – de regio waarin Rome ligt – weer tot zone oranje te bestempelen.
Hopelijk krijgen we snel overal in Nederland en Italië zona bianca!