Behalve dit wekelijkse verhaal dat ik elke maandag publiceer op mijn blog, deel ik mijn Italiaanse avontuur ook op social media. Via Instagram hoofdzakelijk, waar ik foto’s en video’s van mijn dagelijks leven de wereld inslinger. Ik mix Engels, Nederlands en Italiaans daar vrolijk door elkaar, net hoe het uitkomt, en zo komt het dat ik ook behoorlijk wat Italiaanse volgers heb. Iets waar ik nog nooit over heb verteld – maar wat een wereld is op zich – is wat er precies gebeurt als ik een foto deel van mijn ontbijt, lunch of diner…
Wat er dan gebeurt, maakt me regelmatig hardop aan het lachen. Er volgt een tsunami aan reacties van de Italiaanse zijde, van haast agressieve commentaren als tot complimenteuze woorden
Want wat er dan gebeurt, maakt me regelmatig hardop aan het lachen. Er volgt een tsunami aan reacties van de Italiaanse zijde, van haast agressieve commentaren als “DIT ZIJN GEEN TAGLIATELLE MA PAPARDELLE!!!” tot complimenteuze woorden waar ik de oprechte bewondering in voel “Maar wat kan je goed koken, sei una vera italiana” (je bent een echte Italiaanse), en alles daartussenin. Er is één gerecht in het bijzonder dat niet onregelmatig een heftige reactie oproept bij de Italianen, en vooral bij Italianen uit deze contreien: de pasta carbonara. Het is het meest typische Romeinse pastagerecht (vooruit, samen met de pasta cacio e pepe) en het ligt daarom héél gevoelig. En dat is nog zacht uitgedrukt.
Mocht je nu terwijl je dit leest verbaasd een wenkbrauw optrekken omdat je niet beter weet dan dat je al het kookvocht met het afgieten van de pasta in de gootsteen kiepert, ga ik je nu een tip geven die je leven verandert. Eén van de simpelste maar op miraculeuze wijze best bewaarde geheimen van de Italiaanse keuken
Er is namelijk maar weinig voor nodig om een complete schande over jezelf en je nonna, die je de kunst van het bereiden van de carbonara heeft bijgebracht, af te roepen. Het lijkt zo simpel, een pasta die slechts met 4 ingrediënten wordt bereid: guanciale (vet wangspek), pecorino-kaas, eieren en zwarte peper. Maar de discussies die deze vier simpele producten oproepen zijn onbeschrijfelijk. Gebruik je louter het eigeel (grappig feitje: in de Italiaanse taal wordt dit il rosso dell’uovo genoemd: het eirood in plaats van eigeel) of klop je er ook wat eiwit doorheen? Gebruik je een mixer in plaats van een garde, moet je je ervan bewust zijn dat de substantie anders wordt en dat je afwijkt van het klassieke recept. Moet de krokant gebakken guanciale pas erbovenop worden gedaan bij het opdienen van de pasta op de borden, zoals het merendeel het doet, of mag je een gedeelte van het spek ook fijner snijden en vlak na het eimengsel in de pan bijvoegen? En wanneer – oh Dio, wanneer?! – voeg je de pecorino toe? Klop je die door het eigeel (waar dus wel of niet ook eiwit doorheen zit), of doe je die er pas in de pan bij? Hetzelfde geldt voor het kookvocht van de pasta. Het kookvocht?! Juist, het water waarin je de pasta kookt. Mocht je nu terwijl je dit leest verbaasd een wenkbrauw optrekken omdat je niet beter weet dan dat je al het kookvocht met het afgieten van de pasta in de gootsteen kiepert, ga ik je nu een tip geven die je leven verandert. Eén van de simpelste maar op miraculeuze wijze best bewaarde geheimen van de Italiaanse keuken: het toevoegen van een beetje kookvocht aan de saus, de meest fantastische manier om het geheel lekker cremosa – romig – te maken.
Zo bevond ik mij afgelopen week namelijk middenin een carbonara-confrontatie waarbij de gemoederen hoog opliepen
Slechts vier ingrediënten dus, maar zoveel verschillende opties (en meningen, vooral). Over elk ingrediënt worden hier verhitte discussies gevoerd die gerust de hele avond kunnen duren. In iedere familie wordt de pasta namelijk net iets anders bereid, en zo heeft iedere Romein een eigen idee over wat de enige echte juiste manier is. Alsof dat nog niet genoeg is, is er ook nog geen vredespact gesloten over het type pasta waarmee je een carbonara bereidt. Zo bevond ik mij afgelopen week namelijk middenin een carbonara-confrontatie waarbij de gemoederen hoog opliepen.
Waar de standpunten eerst nog redelijk beheerst werden verdedigd, kwamen er al gauw wilde handgebaren en stemverheffingen aan te pas. Na tien minuten was het duidelijk dat we er niet uit gingen komen
Het was dinsdag 6 april, een zeer belangrijke dag voor de Romeinen, en eigenlijk voor alle Italianen waar ook ter wereld: de internationale dag van de pasta carbonara. Als vanzelfsprekend stond dat die avond ook bij ons op het menu. Maar nog voordat er begonnen werd met koken was er al onenigheid. Want dien je een carbonara met korte pasta (zoals penne) of lange pasta (zoals spaghetti) te eten? Waar de standpunten – bijvoorbeeld het gemak waarmee de saus ‘aankleeft’ – eerst nog redelijk beheerst werden verdedigd, kwamen er al gauw wilde handgebaren en stemverheffingen aan te pas. Na tien minuten was het duidelijk dat we er niet uit gingen komen, en dat ook niemand bereid was ook maar een beetje toe te geven. Het resultaat? Er werden twee aparte pannen water opgezet, en 2 aparte pasta carbonara’s bereid. Van beiden kregen we een vol bord. Ondanks dat ik team spaghetti was – de pasta die als tweede werd opgediend – lukte het me onmogelijk mijn bord leeg te eten. Want over één ding is iedereen het dan weer roerend eens: de carbonara is een echte bomba.
Ik werd nadrukkelijk gevraagd erbij te vermelden wie dit gekookt had (en nog belangrijker: wie dus niet), want wat moesten de mensen wel niet denken?!
Natuurlijk nam ik net voordat ik me gulzig op het bord vol Romeinse comfort food stortte een foto van het gerecht, dat op een geschrokken reactie van het andere team kon rekenen. Ik werd nadrukkelijk gevraagd erbij te vermelden wie dit gekookt had (en nog belangrijker: wie dus niet), want wat moesten de mensen wel niet denken?! Glimlachend deelde ik de foto, en zei dat het heus niet zo’n vaart zou lopen. Dit keer kreeg ik echter veel reacties van niet-Italianen. Of ik alsjeblieft het recept wou delen… Oh, lieve help. Een vraag zo onschuldig en eenvoudig, maar die mij spontaan een rolberoerte bezorgde van de stress. Maar vooruit, hier komt het dan: guanciale, pecorino-kaas, zwarte peper en eieren. Verder zeg ik er he-le-maal niks meer over. BASTA!
P.S. Laat je me weten of (en hoe) het gelukt is?
Lekker die pasta carbonara. En of die nou met of zonder eiwit is gemaakt en met korte of lange pasta ………………..