Heb je jezelf ooit bij een, overigens redelijk belangrijke, eerste ontmoeting voorgesteld als een onafhankelijke wasmachine? Je raadt het al, ik wel. Oh, al die heerlijke momenten waarin je – jezelf van geen kwaad bewust – gigantische taalblunders begaat. Het hoort er allemaal bij wanneer je een nieuwe taal leert en het vervolgens ook enthousiast in de praktijk brengt.
Aan iedereen die me vraagt wat de allerbeste tip is om zo snel mogelijk een taal te leren, vertel ik dan ook: praat!
Dat in de praktijk brengen heb ik vanaf dag één gedaan, en aan iedereen die me vraagt wat de allerbeste tip is om zo snel mogelijk een taal te leren, vertel ik dan ook: praat! Met alles en iedereen en vanaf de dag dat je nog maar drie woorden kent. Want als je dat doet, verzeker ik je dat je inzet beloond zal worden.
Ik wil nog wel eens uitproberen of mijn accent echt voor een Italiaanse kan doorgaan. Met een stalen gezicht heb ik dan ook beweerd uit Rome, Napels of zelfs Sicilië te komen
En dat zo’n inzet loont, wordt bewezen door het feit dat de Italianen mij hier tegenwoordig steevast de vraag stellen “ma sei italiana?” – “ben je Italiaans?” – nadat we een paar woorden hebben gewisseld, en ik de twijfel in hun ogen zie omdat ze toch een vleugje accent horen dat ze niet gelijk thuis kunnen brengen. In situaties waarin ik niet bijster gecharmeerd ben van mijn gesprekspartner (vervelende mannen in een bar bijvoorbeeld), wil ik nog wel eens uitproberen of mijn accent echt voor een Italiaanse kan doorgaan. Met een stalen gezicht heb ik dan ook beweerd uit Rome, Napels of zelfs Sicilië te komen, waarbij ik bepaalde woorden wat aandikte. Natuurlijk is het Romeins daarbij mijn specialiteit. Ik heb het over magnà’ in plaats van mangiare, kort woorden af – “sono d’accordo” wordt “so d’accordo” – zeg simpelweg “c’ho da fa’” om aan te geven dat ik dingen te doen heb, en roep shiao in plaats van ciao. Tegelijkertijd plagen de Italianen me regelmatig om het feit dat er bepaalde woorden zijn die ik blijkbaar niet zònder Romeins accent kan uitspreken. Mijn meest beruchte woord? Stracciatella. En laat dat nou net de smaak ijs zijn die ik altijd bestel.
De eerste keer dat ik me bewust werd van Romeinse tongval was toen ik een stracciatella gelato bestelde in Venetië vorig jaar, en de dame achter de bar uitriep “Ah, je komt uit Rome!”. Ik keek haar enigszins verbaasd aan, want meer dan drie woorden had ik niet gezegd
De eerste keer dat ik me bewust werd van Romeinse tongval was toen ik een stracciatella gelato bestelde in Venetië vorig jaar, en de dame achter de bar uitriep “Ah, je komt uit Rome!”. Ik keek haar enigszins verbaasd aan, want meer dan drie woorden had ik niet gezegd. Maar de manier waarop mijn C meer klinkt als een SH, net als bij het woordje ciao, en ik de dubbele L net iets te dik aanzet en te lang vasthoudt waardoor ik een fractie van een seconde te veel vertraag, verraadt niet alleen dat ik in Rome woon, maar stiekem ook dat ik in Limburg ben opgegroeid.
Ik zei “lavatrice indipendente” in plaats van “lavoratrice indipendente”, waardoor ik me als een wasmachine voorstelde in plaats van een freelancer. En het werd nog erger
Terug naar het voorval waarin ik me voorstelde als een onafhankelijke wasmachine, nu zo’n anderhalf jaar geleden. Want waar ging het mis? Ik zei “lavatrice indipendente” in plaats van “lavoratrice indipendente”, waardoor ik me als een wasmachine voorstelde in plaats van een freelancer. En het werd nog erger. Ik wilde de kunsthistoricus die ik ontmoette namelijk over een project vertellen waar ik mee bezig was, dus voegde ik er gelijk aan toe “e faccio un mostro a Parigi quest’estate”. Wat ik dacht dat ik zei? Een tentoonstelling te houden in Parijs deze zomer. Wat ik werkelijk zei? Een monster (als in de betekenis van een gruwelijk beest) te houden. Het verschil zat ‘m slechts in één letter. Mostro betekent monster, en mostra betekent tentoonstelling. Iets dat ik nooit van mijn leven meer vergeet, net zoals het gezicht van de statige dame die me voor een samenwerking had benaderd, mijn hand schudde en moest aanhoren dat ik “een onafhankelijke wasmachine was die een monster hield in Parijs deze zomer”.
Wanneer ik tegenwoordig geplaagd word om mijn Romeinse accent, vat ik dit helemaal niet als een belediging op. Sterker nog, voor mij is het een van de mooiste complimenten die ik kan krijgen
En hoewel deze taalblunder hoogstwaarschijnlijk wel mijn meest gênante was, zijn er natuurlijk nog véél meer momenten geweest waarin ik hilarische en minder hilarische fouten heb gemaakt. Ik kan je daarom verzekeren dat wanneer ik tegenwoordig geplaagd word om mijn Romeinse accent, ik dit helemaal niet als een belediging opvat. Sterker nog, voor mij is het een van de mooiste complimenten die ik kan krijgen, als een suikerzoete beloning voor al mijn inspanningen om de mooiste taal ter wereld te leren spreken. Zelfs mèt die lome Romeinse tongval. Shiao!
Haha fantastisch an! En JA inmiddels een echte Italiaanse schone!