Toen ik elf dagen geleden op het vliegtuig stapte naar Spanje, snakte ik naar een andere omgeving. Om Rome even te laten voor wat ze was. Die allereerste momenten in het diepe zuiden van Spanje waren dan ook heerlijk, en ik genoot volop van het feit dat alles er juist zo anders was, en hoe dat mijn zintuigen op scherp zette. Daarom verraste het me dan ook enigszins toen ik na een paar dagen plotseling toch een beetje overvallen werd door een gemis van Italië. Maar dan wel van één ding in het bijzonder.
Als ik één ding heb geleerd deze vakantie, is het hoe ongelofelijk verwend ik ben geworden
Want als ik één ding heb geleerd deze vakantie, is het hoe ongelofelijk verwend ik ben geworden als het op koffie aankomt. Noem me gerust een echte Italiaanse koffiesnob. Meermaals heb ik mezelf van afschuw “NOOO!” horen uitroepen tegen de Spaanse barista’s als ze weer eens op het punt stonden kaneel in de “cappuccino” te strooien (zelfs in de koffie zelf en niet alleen bovenop het schuim waar het overigens ook niet thuishoort), en ik moest mijn best doen om niet te vloeken wanneer ik voor de zoveelste keer mijn tong verbrandde omdat een Spaanse cappuccino blijkbaar wordt gemaakt met gloeiendhete koffie waar wat melkschuim bovenop wordt gespateld.
Het koffieleed werd echter ruimschoots goedgemaakt door alle schoonheid van Spanje
Het koffieleed werd echter ruimschoots goedgemaakt door alle schoonheid van Spanje, in al haar facetten. De witte stadjes die zich aftekenden tegen de ruige bergen, de Spaanse jamon die ik elke dag verorberd heb en zonder twijfel lekkerder is dan de Italiaanse prosciutto, de turquoise blauwe zee, de gezelligheid op het strand waar iedereen samenkwam en de kronkelende wegen met adembenemend uitzichten over het uitgestrekte landschap van Andalusië.
Nadat ik jaren geleden een heel indrukwekkend boek had gelezen dat zich tegen het decor van Granada afspeelde ten tijde van de Spaanse burgeroorlog, wilde ik niets liever dan de stad in het echt bezoeken
We gingen naar Granada en bezochten er de Alhambra, dat na de Segrada Familia in Barcelona het meest bekende en meest bezochte monument van Spanje is. Nadat ik jaren geleden een heel indrukwekkend boek had gelezen dat zich tegen het decor van Granada afspeelde ten tijde van de Spaanse burgeroorlog, wilde ik niets liever dan de stad in het echt bezoeken. Het Alhambra, het gigantische paleis van de Moorse koningen in Arabische bouwstijl, was schitterend en is niet voor niks wereldberoemd.
In Malaga werd ik compleet overvallen toen ik midden op het plein om de nek werd gevlogen door een collega Delegation Host van het Eurovisie Songfestival
In het supertoeristische Torremolinos – dan ook niet persee een aanrader als je het mij vraagt – kocht ik een roze armbandje met de naam Anna dat ik de hele vakantie heb gedragen en in Granada kocht ik een prachtig, handgeweven portemonneetje met gouden garen. In Malaga werd ik compleet overvallen toen ik midden op het plein om de nek werd gevlogen door een collega Delegation Host van het Eurovisie Songfestival – we wisten niet eens van elkaar dat de ander ook in Spanje was! – en in Barcelona sprak ik met een Argentijnse vriendin af die ik na zes jaar weer terugzag. In de autospiegel van onze huurauto zag ik het gouden zonlicht weerkaatsen op het Andalusische landschap achter ons en in Catalonië zag ik door het raam van de trein hoe velden afgewisseld werden met dorpjes in de heuvels. In Andalusië bestelde ik Hollandse bitterballen nadat we bij toeval bij een zaakje met een Nederlandse eigenaar terecht waren gekomen, terwijl ik het in Catalonië aandurfde om slakken, de lokale specialiteit, te proberen. En zo werd elke dag weer een nieuwe een dag vol herinneringen en ontmoetingen die ik nog heel lang zal koesteren.
In die elf dagen dat ik weg ben geweest heeft ook de zomer haar slotakkoord ingezet. De stad stroomt weer vol en de luifels van de vele Romeinse koffiebars zijn weer omhoog
Het was zondagavond al heel laat toen ik weer thuiskwam in Rome. En in alle eerlijkheid: ik had er best een beetje tegenop gezien weer terug te gaan. Maar tot mijn verrassing vind ik het fijner om terug te zijn dan verwacht. Weer overal Italiaans om me heen horen voelde gelijk als thuiskomen. In die elf dagen dat ik weg ben geweest – dat overigens véél langer lijkt – heeft ook de zomer haar slotakkoord ingezet. De stad stroomt weer vol en de luifels van de vele Romeinse koffiebars zijn weer omhoog, klaar om iedereen te verwelkomen. En je snapt het, alleen al daarom kan die Italiaanse koffiesnob in mij haar geluk niet op. Laat dat nieuwe seizoen maar komen.
Koffie ofwel caffè, hier thuis alleen uit de bialetti, 1 oktober weer naar Italië en gelijk stoppen bij het eerste beste tankstation na de grens voor een caffè. Op de terugreis gaat er een paar kilo mee naar huis, Kimbo het liefst.