#16 Vastelaovend met een vleugje Dolce Vita (Nederlands)

Het is weer vastelaovend. Carnevale zoals ze hier in Italië zeggen. En het feit dat ik deze blog gewoon op maandagavond publiceer, betekent dus dat ik helaas niet nu ergens in een donker maar tegelijkertijd superbont gekleurd caféetje in Limburg sta, geen pilsje in mijn hand heb (de enige vijf dagen per jaar dat ik bier drink en het me nog smaakt ook), en mijn gedachten niet rozig afdwalen door een mengeling van een puur geluksgevoel, moeheid na al vier volle dagen op pad zijn, het ene na het andere nostalgische nummer meezingen en een beetje alcohol. Ook hoor ik op dit moment helaas niet het gekakel van mijn vriendinnen aan die met hese stemmen discussiëren dat we zo echt even frietjes moeten gaan eten. Oké, na dit liedje dan. Met pijn in mijn hart heb ik, na bijna drie weken lang haast iedere dag Skyscanner te hebben gecheckt, besloten die vliegtickets niet te boeken. Natuurlijk heb ik daar nu allang spijt van dus het minste wat ik kan doen, is deze blog een ode te laten zijn aan die prachtige, kleurrijke en liefdevolle vastelaovend. En heeft Italië daar dan nog überhaupt iets mee te maken? Allicht!

Tijdens deze studiejaren heb ik met een stalen gezicht heel wat overleden oma’s, migraineaanvallen en andere narigheden moeten rapporteren aan professoren en werkgroep-genoten om mijn plotselinge afwezigheid te verklaren. Wellicht niet zo netjes, maar nood breekt wet zullen we maar zeggen

Het hoort bij in het buitenland wonen dat je af en toe dierbare momenten moet missen. En dit is zeker niet de eerste keer, want van de afgelopen zes vastelaovends, woonde ik er drie in het buitenland, al lukte het twee keer daarvan wel om wat van de feestvreugde mee te pikken. Overigens woonde ik de vijf jaar daarvoor in Amsterdam en dat is qua niveau van onwetendheid dat het mooiste feest ter wereld op dat moment plaatsvindt in het zuiden eigenlijk nog erger dan het buitenland. Tijdens deze studiejaren heb ik met een stalen gezicht heel wat overleden oma’s, migraineaanvallen en andere narigheden moeten rapporteren aan professoren en werkgroep-genoten om mijn plotselinge afwezigheid te verklaren. Wellicht niet zo netjes, maar nood breekt wet zullen we maar zeggen. Toen ik drie jaar geleden voor een werk-opdracht voor een paar maanden naar Frankfurt werd uitgezonden, viel het me dan ook behoorlijk tegen dat we niet gezellig vrij kregen deze dagen, hier deed men toch ook aan carnaval? Echter lijkt Frankfurt wat betreft Karneval, zoals ze het in Duitsland noemen, in de verste verte niet op Keulen of Düsseldorf. Met mijn liefste glimlach had ik wel de maandag stiekem vrij kunnen onderhandelen met mijn Duitse baas (mocht eigenlijk niet van het hoofdkantoor, maar nogmaals: nood breekt wet), en ik sleepte me die dag dan ook met veel tegenzin van de optocht in de stad rechtstreeks naar het station voor een treinritje dat uiteindelijk maar liefst vijf-en-een-half-uur zou duren door allemaal lastige vertragingen rondom Düsseldorf en Keulen. Waar kon dat toch mee te maken hebben? De volgende dag – dinsdag en dus nog steeds volop vastelaovend – liep ik op kantoor in Frankfurt linea recta richting het keukentje om mezelf een extra sterke koffie te zetten die me door de dag heen zou moeten helpen. Onverwacht trof ik daar iets nog veel beters aan. Het feest werd hier tenminste dusdanig erkent dat er twee schalen met typisch carnavalsgebak stonden. Eén schaal met een briefje ‘mit alkohol’ en één schaal met een briefje ‘ohne alkohol’. Je snapt natuurlijk meteen van welke schaal ik er gelijk maar twee heb gegrist. 

Maar wanneer ik mijn Italiaanse vrienden over onze vastelaovend vertel, en vooral als ik daarbij ook nog foto’s en filmpjes laat zien, valt hun mond heel ver open. Want eerlijk is eerlijk, dat wordt volgens mij helemaal nergens geëvenaard

Carnevale is natuurlijk ook een Italiaans feest, echter verschilt het enorm per regio en stad hoe het wordt gevierd. Over het algemeen geldt dat het vooral een kinderfeest is. Kinderen worden verkleed, krijgen zakken met confetti en typische zoetigheden voor carnaval. In sommige steden is het wel een feest voor volwassenen, inclusief optochten met praalwagens en goed verklede mensen. Iedereen kent de prachtige beelden uit Venetië natuurlijk. Maar wanneer ik mijn Italiaanse vrienden over onze vastelaovend vertel, en vooral als ik daarbij ook nog foto’s en filmpjes laat zien, valt hun mond heel ver open. Want eerlijk is eerlijk, dat wordt volgens mij helemaal nergens geëvenaard.

Acuut had ik er spijt van hem uitgenodigd te hebben. Want carnevale mag dan ook wel een Italiaans feest zijn, ik was er zeker van dat de vastelaovend weinig meer te maken had met het verfijnde Italiaanse genieten. Wat moest hij wel niet denken?

Vorig jaar januari had ik dan ook heel enthousiast een Napolitaanse vriend van me geappt dat hij vastelaovend in Roermond moest komen vieren, nadat hij me vertelde dat hij drie maanden in Nederland zou verblijven voor zijn studie. Echter, naarmate die ‘drie dolle dagen’ dichterbij kwamen, kreeg ik een beetje twijfels. Want lieve help, zou hij het wel enigszins begrijpen, laat staan kunnen waarderen? Ik dacht aan die keren dat mijn vrienden shotjes mayonaise namen uit een twintigliter-emmer, hoe mijn vriendinnen en ik in gestoorde outfits een hele middag hebben geskippybalt op de plaatselijke beugelbaan, het stokpaardtoernooi dat we midden op straat hielden en al die joekskapelle (dweijlorkesten) die door de stad trekken waar je spontaan bij hoort met je amateuristische muziekinstrument. En dan de muziek. De Limburgse liedjes die iedereen al decennialang kan meezingen, hij moest zich toch wel een enorme buitenstaander gaan voelen. Acuut had ik er spijt van hem uitgenodigd te hebben. Want carnevale mag dan ook wel een Italiaans feest zijn, ik was er zeker van dat de vastelaovend weinig meer te maken had met het verfijnde Italiaanse genieten. Wat moest hij wel niet denken? Al gauw zou ik ontdekken dat mijn zorgen volledig onterecht waren.

Gelukkig hebben we drie kasten vol met verkleedkleren en terwijl we de ene na de andere outfit tevoorschijn haalde, liet il napoletano er zijn kritische blik over glijden. Bij een goud-groenen sultanpak lichtte zijn gezicht opeens op: dit ging ‘m worden

Il napoletano hield vol dat hij toch echt wilde komen, en dus maakte mijn moeder een fijn bedje voor hem klaar in de woonkamer aangezien de rest van het huis al vol lag. Op zaterdag was het zover, en terwijl ik hem met een volledig geschminkt gezicht vol glitters ging ophalen van het station, leek hij het amper op te merken, en kreeg ik gewoon heel enthousiast twee zoenen. Mijn moeder maakte zich ondertussen druk om de lunch ‘want ojee, we kregen een Italiaan te eten’, en de tafel was dan ook volgestouwd met lekkers. Toen we hem na de lunch nog een nonnevot voorschotelden en hem uitlegden dat dit een typische Limburgse vastelaoves-traktatie was, begon hij te lachen. Nee joh, dit was gewoon een ciambella, en dit aten ze in Italië altijd. En warempel, hij had gelijk. Vanochtend nog heb ik mezelf bij het lokale barretje getrakteerd op zo’n Italiaanse nonnevot, en hij was werkelijk identiek aan de onze. De volgende stap was natuurlijk het verkleden, en waar mijn moeder en ik ons hadden voorbereid dat we voor hem een outfit moesten bedenken want hij wist natuurlijk niet ‘hoe je hier in Roermond verkleed moet gaan’, bleek niks minder waar. Hij leek precies te weten wat hij wilde. Gelukkig hebben we drie kasten vol met verkleedkleren en terwijl we de ene na de andere outfit tevoorschijn haalden, liet il napoletano er zijn kritische blik over glijden. Bij een goud-groenen sultanpak lichtte zijn gezicht opeens op: dit ging ‘m worden. Hij zou geen ware Italiaan zijn als hij niet in een fijne, wollen designerjas was gekomen, die hij onmogelijk naar een vastelaoves-kroeg kon aantrekken, maar ook dat probleem werd snel opgelost met een oude winterjas van mijn vader. Eenmaal aangekomen in de stad, had ik me erop voorbereid dat ik hem waarschijnlijk enigszins moest gaan vermaken. Ik wilde gelijk het plein oplopen, maar daar was hij het duidelijk niet mee eens. Want hoe konden we een hele dag feesten nou beginnen zonder eerst een caffè? Goed punt. Na deze shot espresso was het dan eindelijk tijd om ons in het feestgedruis te storten. Oké, dacht ik, daar gaan we dan. Ik introduceerde hem aan mijn vrienden, hij werd onmiddellijk omgedoopt tot MegaTobi en ik heb hem de volgende paar uur nauwelijks meer gesproken, zo ging hij op in het dansen, nieuwe vrienden maken en rondjes halen. Waar mijn vrienden en ik na al een behoorlijk heftige vrijdag waarop we de klok rond hadden gefeest deze zaterdag een beetje rustig wilden opstarten, wilde hij daar niets van weten. Waarom gingen we niet helemaal vooraan staan? 

Gespannen stonden ze toe te kijken hoe il napoletano een hap nam, en hij er met een gezicht dat boekdelen sprak toch nog een beleefd “nee, hij is best oké hoor” wist uit te persen, wat tot grote hilariteit van de rest van de pizzeria leidden die inmiddels elke stap van deze vreemdeling nauwlettend in de gaten hielden

Na een paar uur feesten hadden we een beetje trek en maakten we een kleine pit-stop bij de frietkraam (ja, zo heet dat in Limburg). Mijn vriendin en ik lieten de Napolitaan kennismaken met de befaamde bamischijf. Heel bedenkelijk nam hij een hap. Maar dit was gewoon tagliatelle in een gefrituurd jasje? Wisten we dan niet dat je dit met rijst moest maken? Juist, de Romeinse supplì en Siciliaanse arancino is inderdaad precies dat en wordt hier overal verkocht, realiseerde ik me toen. Algauw doken we een café in en terwijl de klanken van Fabrizio uit de boxen schalden, trok de Napolitaan verwonderd zijn wenkbrauwen op. Waarom zong iedereen hier de verkeerde tekst mee? Pas die dag ontdekte ik hoeveel Limburgse vastelaoves-liedjes covers zijn van Italiaanse nummers. Hij liet zich echter niet van de wijs brengen en bleef de juiste, Italiaanse teksten luidkeels meezingen.  Het hoogtepunt van de avond was wel toen we naar de Italiaan gingen. Dit was zo’n Italiaans restaurant waar je normaal nooit naartoe zou gaan en dat door allesbehalve Italianen gerund werd. Toen we bij onze bestelling van een pizza Margarita vermeldden dat we een Napolitaan in ons midden hadden, trokken de gezichten van de ober en de kok een beetje wit weg, tot groot vermaak van mijn vriendin en ik. Dit was de enige keer in mijn leven dat ik het heb meegemaakt dat de ober de pizza serveerde met de woorden “sorry alvast”. Gespannen stonden ze toe te kijken hoe il napoletano een hap nam, en hij er met een gezicht dat boekdelen sprak toch nog een beleefd “nee, hij is best oké hoor” wist uit te persen, wat tot grote hilariteit van de andere gasten van de pizzeria leidden die inmiddels elke stap van deze vreemdeling nauwlettend in de gaten hielden. Maar wat was het een prachtige dag. We belandden nog op straat middenin een joekskapel, ik stelde hem om de vijf minuten voor aan familieleden en vrienden die we tegenkwamen en ik moest hem lostrekken uit een gesprek met een dame die had bedacht dat ze haar volledige cursus Italiaans die ze ergens midden jaren negentig had gevolgd weer even ging opfrissen met MegaTobi.

Glimlachend bedacht ik me dat dàt typisch Italiaans is, nog veel meer dan de uitbundige handgebaren of het aanbidden van la mamma

De Napolitaan genoot zichtbaar, en moe maar voldaan concludeerde ik die avond dat hij deze allereerste vastelaovend-beproeving glansrijk had doorstaan. Sterker nog, hij had er nog een behoorlijk vleugje Italië aan toe weten te voegen ook. Glimlachend bedacht ik me dat dàt typisch Italiaans is, nog veel meer dan de uitbundige handgebaren of het aanbidden van la mamma. Italianen hebben het talent om op een niet-arrogante manier toch de dingen naar hun hand te zetten. Een talent dat voortkomt uit een zelfverzekerdheid die ze al van kleins af aan meekrijgen over hoe de dingen gedaan moeten worden, of het nu om eetgewoonten, muziek of stijlgevoel gaat. En ja, dat stijlgevoel komt zelfs bovendrijven bij het uitzoeken van een vastelaoves-outfit. Afgelopen vrijdag, toen het vastelaoves-geweld volop losbarstte in Limburg, appte ik hem dan ook “Er zijn twee dingen niet in orde op dit moment. Het eerste is dat jij in Napels bent, en het tweede dat ik in Rome ben”. Zijn antwoord: “Helemaal waar, al weet ik zeker dat het feest in Roermond inmiddels afgeblazen is want het zou simpelweg nooit hetzelfde zijn zonder ons”. Zelfverzekerd, zei ik toch? Hele fijne vastelaovend idderein! 

5 thoughts on “#16 Vastelaovend met een vleugje Dolce Vita (Nederlands)”

Comments are closed.