#46 Il miracolo (Nederlands)

Fantastisch nieuws! Afgelopen zaterdag, op negentien september, is het bloed van San Gennaro weer vloeibaar geworden. Een gebeurtenis die, allereerst door de Napolitanen en ook nog eens door miljoenen Italianen, op de voet en met ingehouden adem werd gevolgd. San Gennaro is de patroonheilige van de stad Napels en nadat hij in het jaar 305 werd onthoofd, ving een vrouw wat bloed van hem op dat ze bewaarde in een ampul. Sinds de zeventiende eeuw liggen zijn overblijfselen in de Dom van Napels. Negentien september van elk jaar vormt één van de drie dagen dat de relikwieën uit de crypte worden gehaald om zijn martelaarschap te herdenken. Na een intens gebed wordt zijn eeuwenoude gestolde bloed in de ampul hopelijk weer vloeibaar. Godzijdank gebeurde dat ook dit jaar, want dit bloedwonder betekent dat Napels beschermd zal worden tegen onheil. Alhoewel ik de eerste ben die ik wonderen geloofd, kon ik het toch niet laten aan Tobia, een goede vriend en geboren en getogen Napolitaan, te vragen hoe het toch kan dat de korrelige massa uit het niets weer vloeibaar wordt. Zijn antwoord was duidelijk: “Non lo so, per questo è un miracolo”. “Ik weet het niet, daarom is het ook een wonder”. Lang praten kon hij niet, want hij was druk dit heugelijke feit net als de rest van de stad te vieren.

Wonderen zijn er om te koesteren en terwijl ik verder lees over San Gennaro bedenk ik me dat we het wonderlijke karakter van de dingen die gebeuren in ons leven niet gelijk zo zouden moeten afzwakken, ook al is er – in tegenstelling tot het vloeibaar wordende bloed van San Gennaro – wel een logische verklaring voor

Een wonder dus. Google leert mij dat er wel degelijk jaren zijn geweest waarin het bloed van de heilige Gennaro niet vloeibaar werd. In het jaar dat Napoleon de stad binnenviel, in het jaar dat de pest uitbrak, in 1980 toen een aardbeving de stad trof en in jaren waarin mamma Vesuvius, de gigantische vulkaan die als een reus over de stad waakt, uitbarstte. Maar nu staat Napels weer een jaar met voorspoed te wachten, dus corona kan wel inpakken. Op zich een bemoedigende gedachte die nog ver voorbij de stadsmuren van Napels hoop geeft. Wonderen zijn er om te koesteren en terwijl ik verder lees over San Gennaro bedenk ik me dat we het wonderlijke karakter van de dingen die gebeuren in ons leven niet gelijk zo zouden moeten afzwakken, ook al is er – in tegenstelling tot het vloeibaar wordende bloed van San Gennaro – wel een logische verklaring voor. Want Italië? Dat is en blijft voor mij één groot wonderland.

Het voelde als een wonder toen er opeens iets in mijn hoofd leek te klikken en ik van de één op andere dag (zo leek het) het rap gesproken Italiaans verstond, zonder me op één of andere intensieve taalstudie te hebben gestort

Zo genoot ik vijf jaar geleden, nog maar net gearriveerd in Rome, van het wonder dat er tijdens het jaarlijkse wijnfestival in Marino – een stadje in de Castelli Romani en een dikke vette aanrader! – wijn uit de fonteinen van de stad kwam in plaats van water. Onbeperkt kon je je beker dan ook bijvullen. Ook voelde het als een wonder toen er opeens iets in mijn hoofd leek te klikken en ik van de één op andere dag (zo leek het) het rap gesproken Italiaans verstond, zonder me op één of andere intensieve taalstudie te hebben gestort. Mijn heerlijke, eindeloze zomer dit jaar waarin ik gewoon weer tussen de Italiaanse families op drukke stranden lag voelde af en toe ook als een waar wonder, want hoe anders stonden de zaken ervoor in maart toen de verschrikkelijke beelden van opeengestapelde doodskisten in Bergamo voor altijd op ons netvlies werden gebrand en er werd gefluisterd dat Italië niet voor de jaarwisseling ‘open’ zou gaan. 

Wanneer ik ze dan wijs op het vloeibare, zwarte wonder in mijn kopje waarvan ik enthousiast de aroma’s inhaleer en dat qua smaak, geur en beleving op geen enkele plek in Nederland geëvenaard wordt, knikken ze alsnog instemmend

Het mag een wonder heten dat Venetië, gebouwd op zandlagunes in zee, überhaupt nog boven water blijft en dat het Pantheon – met in de koepel een ronde opening met een diameter van maar liefst 8,7 meter – na meer dan tweeduizend jaar nog fier rechtop staat in Rome. Dan is er het wonderbaarlijke verhaal van de patissier Pietro Ferrero, die door schaarste van cacao ten tijde van de Tweede Wereldoorlog hazelnoten toevoegde aan chocolade en zo ’s werelds beroemdste chocopasta uitvond. En laten we eerlijk zijn, wie kan er nu nog zonder Nutella? Ook vind ik het een wonder hoe hoogbejaarde Italiaanse vrouwen nog altijd de steile straatjes beklimmen op hoge hakken en hoe bejaarde Italiaanse mannen nooit, maar dan ook nooit, te oud zijn om met complimenten te strooien. Als een wonder zat de Schots-Italiaanse Sara precies naast mij toen we met zeker honderdvijftig studenten gingen uiteten waardoor er – nadat ze met een Coca-Cola fles met op het etiket Miss Perfezione in haar hand voor een foto had geposeerd die ik moest nemen – onmiddellijk een vriendschap voor het leven was geboren. Überhaupt voelde het als een klein wonder hoe ik, nadat ik mijn mastertitel eigenlijk al op zak had in Amsterdam (óók weer een wonder op zich, gekeken naar de onmogelijke wiskunde en statistiek waar ik me doorheen heb moeten worstelen), tòch nog naar Rome ging om te studeren aan de prestigieuze business universiteit, en ik voor de enige beschikbare uitwisselingsplek werd geselecteerd. Daarmee ging een langgekoesterde droom na jaren alsnog in vervulling en uiteindelijk zou dat het begin zijn van een heel groot nieuw avontuur waar ik nog lang niet op ben uitgekeken. Wonderbaarlijk genoeg, aldus de oude Italiaanse mannen in de koffiebar, die me regelmatig voor gek verklaren het chaotische Rome te verkiezen boven het strak georganiseerde Nederland. Wanneer ik ze dan wijs op het vloeibare, zwarte wonder in mijn kopje waarvan ik enthousiast de aroma’s inhaleer en dat qua smaak, geur en beleving op geen enkele plek in Nederland geëvenaard wordt, knikken ze alsnog instemmend waarna ze enthousiast losbarsten over de koffie, de tiramisu, de pasta en de wijn. Een land vol wonderen, dat Italië van hun, en ik zie ze groeien van trots. 

Koester al je wonderen, ze geven het leven een gouden randje.

2 thoughts on “#46 Il miracolo (Nederlands)”

Comments are closed.