Weekblog #100: Honderd Italiaanse avonturen

Precies 99 maandagen geleden publiceerde ik hier mijn allereerste blogpost. En dat betekent dat dit vandaag de honderdste is. Honderd blogs! Honderd weken lang! Heb jij ooit iets gedaan dat je honderd weken lang hebt volgehouden? Ik voordat ik aan deze blog begon in ieder geval niet, en daarmee is dit nu al mijn grootste overwinning ooit. 

Wie maakt toch altijd die foto’s? Die laatste vraag is zonder twijfel de meest gestelde.

Maar hoe gaat dat eigenlijk, het schrijven van een blog? Ben ik er veel tijd mee kwijt? En wie maakt toch altijd die foto’s? Die laatste vraag is zonder twijfel de meest gestelde. Want dat er elke week een foto van mij boven zou komen, stond voor mij onmiddellijk vast. Immers, dit was een heel persoonlijke blog, en dus moest er ook een gezicht bij, vond ik. Nu heb ik het nooit erg gevonden om voor de lens te staan en jarenlang sleepte ik toch al overal mijn camera mee naartoe, maar elke week een nieuwe foto in een mooie omgeving? Die het liefst ook nog een beetje bij het verhaal in mijn blog past, en géén slechte selfie? Dat leek me nog best een uitdaging, en al helemaal toen we door het coronavirus alleen nog maar thuis konden zitten. Maar met vrienden die stiekem hartstikke talentvolle fotografen zijn en vriendinnen met de allernieuwe iPhones met supersonische camera’s, heb ik altijd wel een voorraad paraat. En de keren dat dat eens niet zo was, zette ik mijn camera op mijn statief en hield ik gerust een fotoshoot met mezelf op het balkon. 

Waarom begon ik überhaupt met deze blog?

Nu ik honderd weken verder ben, blik ik ook even terug. Op alle verhalen, maar zeker ook op alle foto’s. Waarom begon ik überhaupt met deze blog? Ik wilde mijn dagelijks leven vastleggen, die allereerste weken en maanden in Rome die ongetwijfeld heel bijzonder werden. Ik wilde mijn Italië met jullie delen. Het hele plaatje, en niet alleen het Italië van een lange zwoele zomervakantie. Dat doet me denken aan een bekende quote van Beppe Severgnini, de Italiaanse auteur van “La bella figura”, gericht aan de buitenlandse bezoeker:

“Uw Italië en ons Italia zijn niet hetzelfde”

“Allereerst, laten we één ding duidelijk maken. Uw Italië en ons Italia zijn niet hetzelfde. Italië is als een softdrug die aan u verkocht wordt in voorspelbare verpakkingen: glooiende heuvels tijdens de zonsondergang, olijfgaarden, citroenbomen, witte wijn, en ravenharige meisjes. Italia, daarentegen, is een doolhof. Het is verleidelijk, maar ingewikkeld. Het is het soort plaats dat je zowel doet walgen als doet spinnen van genot op slechts honderd meter afstand, of in slechts tien minuten tijd. Italië is de enige werkplaats ter wereld die zowel Botticelli’s als Berlusconi’s kan afleveren”. 

Ik schreef over hoe mannen hier galant de deur voor je openhouden en je koffie betalen, maar ik schreef ook over de brute straatoverval, en het lastig gevallen worden op straat

En zo is het precies. Botticelli, de Italiaanse schilder uit de Renaissance, die met zijn werk “Primavera, the birth of Venus”, de vrouw op een voetstuk plaatste als de meest lieflijke schepping ooit, en Berlusconi, voormalig minister-president, die met zijn beruchte bunga bunga feestjes de vrouw weer keihard van haar voetstuk deed afdonderen vijfhonderd jaar later. Ook in mijn blogs kwam dit aspect naar voren. Ik schreef over hoe mannen hier galant de deur voor je openhouden en je koffie betalen, maar ik schreef ook over de brute straatoverval, en het lastig gevallen worden op straat. En vervolgens wijdde ik weer een hele blog aan alle fantastische mannen die mij in de nasleep van de beroving zo fantastisch hadden geholpen. 

Letterlijk alles is gedurende die honderd weken de revue gepasseerd

Wat ik in elk geval hoop over te brengen, is een enorme liefde voor het leven, dat in Italië vaak net nog wat gelaagder, emotioneler en gecompliceerder is. Alsof je eigen emoties door de verpletterende schoonheid en af en toe zo hopeloze problematiek ook uitvergroot worden. Letterlijk alles is gedurende die honderd weken de revue gepasseerd. Het ging over mijn allereerste huizenjacht, de eerste ontmoetingen met nieuwe vrienden, en al gauw helaas ook over de eerste tekenen van een of ander vreemd virus dat in Italië opdook. Het ging vervolgens over mondkapjes, avondklokken en lockdowns, maar ook over die eerste keer weer buiten op een terrasje eten, eindeloze, zoete zomers en de vele Romeinse puppy’s aangeschaft in de lockdown. Over gigantische taalblunders tot mijn Romeinse accent, pasta-workshops, carbonara-confrontaties en natuurlijk… koffie! Over Kerstmis, Pasen, Valentijnsdag, Carnaval en heilige naamdagen en alle tradities die erbij horen. Over hoe Italië tot tweemaal toe dit jaar de allerbeste van Europa werd, eerst op het Eurovisie Songfestival en anderhalve maand later in het Wembley stadion in Londen. Over hoe ik er als Delegation Host van Mäneskin deel vanuit maakte en over hoe trots ik me als niet-Italiaanse toch voelde op het nationale elftal. Het ging over nieuwe vrienden, oude vrienden en vrienden die me hier kwamen opzoeken. Over Napels, Venetië, Molise, het eiland Ischa, de gouden Toscaanse vallei Val d’Orcia en natuurlijk Rome, de Eeuwige stad en mijn woonplaats die nooit ver weg is in mijn verhalen.

Als ik nu één ding moet benoemen dat ik geleerd heb, is het om niet te veel te luisteren naar wat er gezegd wordt. Dat het onmogelijk zou zijn werk te vinden hier, of dat het niet te doen zou zijn voor een Nederlandse “de taal echt vloeiend te leren”

Ik ben niet meer dat meisje van negen-en-negentig blogs geleden, en toch ook weer wel. En als ik nu één ding moet benoemen dat ik geleerd heb, is het om niet te veel te luisteren naar wat er gezegd wordt. Dat het onmogelijk zou zijn werk te vinden hier, of dat het niet te doen zou zijn voor een Nederlandse “de taal echt vloeiend te leren”. Dat vrienden worden met Italianen heel lastig is omdat ze vooral onder elkaar zijn, en, deze vertelde ik mezelf, dat ik het nooit meer dan een paar maanden zou volhouden om te bloggen.

Inmiddels doe ik er twee uurtjes over om mijn blog te schrijven in plaats van twee dagen

Stukje bij beetje wierp ik al die foutieve, maar hardnekkige overtuigingen omver, en hier zijn we dan, negenennegentig weken verder. Inmiddels doe ik er twee uurtjes over om mijn blog te schrijven in plaats van twee dagen, maar nog altijd met evenveel liefde. Dank je wel dat je erbij bent, of dat nu af en toe is of iedere week. Dank je wel voor alle lieve woorden en reacties. Vooral toen Italië het songfestival won, wist ik niet wat ik meemaakte. Jullie zorgden ervoor dat het voelde alsof ik persoonlijk gewonnen had. En weet je? Eigenlijk is dat ook een beetje zo, iedere maandag weer, en daar ben ik oneindig dankbaar voor. Grazie di cuore. Dank je wel uit de grond van mijn hart. 

1 thought on “Weekblog #100: Honderd Italiaanse avonturen”

Comments are closed.