Het grootste gevaar van in één van de mooiste steden ter wereld wonen? Je raakt er na verloop van tijd stiekem een beetje aan gewend. Ik zal niet beweren dat je blind wordt voor de schoonheid, of dat het je niet meer raakt. Want de waarheid is dat ik keer op keer nog wordt gegrepen als ik door de eeuwenoude straatjes zigzag en het Pantheon plots als een statige koningin voor me zie oprijzen, en de bijzondere energie die nu, tweeduizend jaar later, nog steeds rond het Colosseum hangt, wordt door mijn zintuigen feilloos opgepikt. Iedere keer weer. Maar toch sluipt er een soort van nonchalance in je leven waardoor je die plekken niet meer zo vaak opzoekt. En dat is ook normaal, denk ik. Hoe vaak hoor je niet van mensen dat ze zelf eigenlijk maar sporadisch in het pittoreske centrum van hun stad komen, of in dat mooie natuurgebied dat eigenlijk naast de deur ligt?
Men vraagt wel eens of ik daar niet moe van wordt – wéér mensen op sleeptouw te nemen om “hetzelfde rondje” door de stad te maken
Vandaar dat ik het fantastisch vind als er bezoek komt. Men vraagt wel eens of ik daar niet moe van wordt – wéér mensen op sleeptouw te nemen om “hetzelfde rondje” door de stad te maken – maar niks is minder waar. Ik vind het een voorrecht, en het wordt nog specialer wanneer ik met iemand door de stad struin die alles voor de eerste keer ziet. Omdat ik weet wat voor effect Rome heeft. Het laat niemand onberoerd. En precies daarom was afgelopen week ongelofelijk leuk.
Ik merkte dat ze het haast een beetje gênant vond toe te geven dat ze die dag maar liefst twee keer letterlijk tot tranen geroerd was
Mijn oude huisgenootje uit Amsterdam, die ik al meer dan zes jaar niet had gezien, is bezig met een rondreis door Italië en afgelopen week verbleef ze in Rome. Het was een geweldig weerzien na al die jaren waarin het contact eigenlijk volledig verloren was gegaan. Zo gaat dat soms in het leven. Woensdagavond dronken we prosecco en Aperol Spritz op een terrasje in de gezellige buurt Trastevere terwijl we elkaar bijpraten over de afgelopen jaren waarin zij naar Hamburg is verhuisd en ik naar Rome. Vervolgens vroeg ik haar wat ze al in Rome had gezien en gedaan en ik merkte dat ze het haast een beetje gênant vond toe te geven dat ze die dag maar liefst twee keer letterlijk tot tranen geroerd was: allereerst in het Colosseum en vervolgens ook in het Forum Romanum. En aangezien zij één van de meest nuchtere en coole personen is die ik ken, werd het maar weer eens bevestigd: Rome verliest nooit haar magie, hoeveel gaten er ook in de weg zitten of hoeveel stakingen van het openbaar vervoer er ook plaatsvinden die de bewoners (inclusief ik) regelmatig tot wanhoop drijven.
Ik heb niet veel met historische jaartallen of namen van pausen – ik kan het gewoon niet onthouden – maar het zijn dit soort smeuïge verhalen waardoor iedereen toch elke keer weer aan mijn lippen hangt
Halverwege de week kreeg ik nóg een berichtje uit onverwachte hoek. Een collega Delegation Host van het Eurovisie Songfestival – begeleider van de delegatie van Cyprus die in het hetzelfde hotel huisde als de Italianen – had spontaan besloten om Rome aan te doen op zijn rondreis door Europa. We spraken af om vrijdagochtend rond een uurtje of elf koffie te gaan drinken in het centrum. Ik zou hem natuurlijk een echt goede cappuccino laten proberen. Die ene cappuccino werden er twee, en vervolgens kwam ik pas om half elf ’s avonds thuis. Want zo gaat dat in Rome. Wanneer de zon zo overdadig schijnt, kijkt niemand meer op de klok. Na de koffie streken we met de allerlekkerste panino van de stad neer op het muurtje naast het Pantheon terwijl ik mezelf weer vol enthousiasme hoorde vertellen hoe er ooit marmer op de buitenmuren heeft gezeten dat er in opdracht van pausen – die niets liever wilden dan hun macht te tonen – was afgehaald om de honderden kerken mee te bouwen. De oorspronkelijke metalen deuren van het Pantheon werden om diezelfde reden ook gejat en vormen nu het altaar in de Sint-Pieter. Ik heb niet veel met historische jaartallen of namen van pausen – ik kan het gewoon niet onthouden – maar het zijn dit soort smeuïge verhalen waardoor iedereen toch elke keer weer aan mijn lippen hangt.
Toen ik dit typische Romeinse gerecht voorstelde aan hem, reageerde hij precies zoals verwacht. Een pasta met alleen kaas en zwarte peper?!
Het slotstuk van de dag vond plaats in een typisch Romeinse osteria met een – hoe kan het ook anders – pasta cacio e pepe. Toen ik dit typische Romeinse gerecht voorstelde aan hem, reageerde hij precies zoals verwacht. Een pasta met alleen kaas en zwarte peper?! Hoe kon dat nou bijzonder zijn? Wacht nou maar af, zo verzekerde ik hem. En jawel, toen het dampende bord door de ober met veel bravoure voor zijn neus werd gezet, keek ik hem aan terwijl hij zijn eerste hap nam. “Maar dit is verrukkelijk!” riep hij uit, terwijl hij zichtbaar onder de indruk was. En daarmee was mijn missie van de dag, het delen van la dolce vita, weer volbracht.
Rome is voor iedereen en van iedereen
Ik zei het je al. Deze stad drijft je tot wanhoop, maar ontroert je ook tot tranen. Rome is voor iedereen en van iedereen. Of je nou warmloopt voor tweeduizend jaar geschiedenis of simpelweg de allerbeste pasta die je ooit in je leven hebt geproefd. Kom jij binnenkort ook?
Veurjaor 2022!!