Ik was nog nooit in Griekenland geweest. Nog nooit op Kreta, Kos of Rhodos, de populaire, en daarom alom bekende, bestemmingen waar Nederlanders zo massaal heen gaan. Nog nooit op Santorini of Mykonos, waar iedere travelbloggeral wel is geweest en de meest dromerige plaatjes van heeft gepost op Instagram. En ook nog nooit in Athene, waar in feite de bakermat ligt van onze westerse beschaving.
Na een aantal – weliswaar prachtige – Italiaanse zomers, wist ik één ding zeker: dit jaar wilde ik naar het buitenland
Tot nu. Want na een aantal – weliswaar prachtige – Italiaanse zomers “un’estate italiana”, wist ik één ding zeker: dit jaar wilde ik naar het buitenland. Maar lang, héél lang, bleef de bestemming van deze zomer onbekend. Toen ik de eerste week van augustus weer terug was in Milaan na een groot gedeelte van juli in Nederland doorgebracht te hebben, werd het dan ook de hoogste tijd de knoop door te hakken. Uiteindelijk deed ik dat (natuurlijk) niet zelf, maar was het Lucas, één van mijn beste vrienden en mijn vaste reismaatje, die me op een avond laat, het was al bijna middennacht, opdroeg ‘onmiddellijk de aantrekkelijke retourvlucht Milaan-Athene te boeken’ die hij als een wonder – het was immers midden in het hoofdseizoen – had weten te vinden. Dus dat deed ik braaf. Dag van vertrek? Al een week later!
Mijn enige vereiste was eindeloos te kunnen zwemmen in de middellandse zee (zoals ieder jaar dus eigenlijk)
Griekenland dus. Mijn enige vereiste die ik dit jaar aan Lucas had medegedeeld was eindeloos te kunnen zwemmen in de middellandse zee (zoals ieder jaar dus eigenlijk). Een Grieks eiland zou het daarom worden, maar welke van de honderden? Voor de vorm deed ik nog een halfslachtige poging ook wat ‘research’ te doen, en stuurde ik Lucas wat links door van de meest adembenemende Instagram-reels. Maar ik wist al: ik hoef alleen maar af te wachten, en alles zou worden geregeld.
Ik zal eerlijk bekennen: ik had een week voor ons vertrek nog nooit van het eiland gehoord
En zo was het precies. Zijn antwoord? Leuk wat je allemaal doorstuurde, máár ik denk persoonlijk dat we naar Hydra moeten gaan. Eh, waar? Welnu, een prachtig eiland zonder massatoerisme, waar de Atheners zelf allemaal naartoe gaan. Een eiland waar je, als je met de boot de haven binnenvaart, begroet wordt door de prachtige statige huizen die de frontlinie van het havenstadje Hydra vormen. Klein, autovrij (hemels!), en met de meest azuurblauwe zee en adembenemende rotstrandjes. Ik zal eerlijk bekennen: ik had een week voor ons vertrek nog nooit van het eiland gehoord. Maar nu? Nu wil ik elk jaar terug naar Hydra. Want wat een droom was het.
Op ons eigen dakterras deed ik me tegoed aan de lokale spinazie-feta taart van de bakker, en verse vijgen
Onze dag begon standaard met een koffie en knuffels van een prachtige grijze kat genaamd Matchie, één van de honderden katten die op het eiland wonen, op het meest idyllische plekje van het eiland: een piepklein terras in de schaduw van de citroenboom. We verbleven in een witgekalkt Grieks huisje met blauwe luiken, dat “Maria’s house” heette. Het zag er ook daadwerkelijk uit als het huisje van een lief oud Grieks omaatje, met witte gehaakte gordijnen voor de ramen, en een oude houten bruine keuken. Op ons eigen dakterras deed ik me tegoed aan de lokale spinazie-feta taart van de bakker, en verse vijgen. Het schitterende uitzicht over de huizen in de heuvels en onze was die hing te drogen in het kalme zomerbriesje dat vanuit de zee kwam aanwaaien, maakte het af.
Op bijna elk moment tijdens de rit zag je de azuurblauwe zee in de verte onder je glitteren in de ochtendzon
Eén ochtend stonden we voor dag en dauw op, om op prachtige paarden de bergen in te trekken, helemaal naar een oud klooster op de top van de berg. Op bijna elk moment tijdens de rit zag je de azuurblauwe zee in de verte onder je glitteren in de ochtendzon. Lucas wilde zijn vaarbewijs – behaald op de Parijse Seine – nu eindelijk eens benutten op een plek waarvoor je een vaarbewijs haalt, en zo huurden we een prachtige boot voor een boottocht op zee in de late middagzon. Een golden hour die ik me nog heel lang zal herinneren.
Behalve de tocht met de paarden en het bootje, deden we eigenlijk maar één ding
Behalve de tocht met de paarden en het bootje, deden we eigenlijk maar één ding. Precies dat wat mijn vereiste was voor deze vakantie: zwemmen in zee. Elke dag klauterden we de steile trappen, uitgehakt in de stenen, naar beneden, en zochten we een plekje op een vlak stuk rotsen om vanuit daar ontelbare keren het water in te springen. In de avond veranderde het eiland opeens in een megabruisende plek. We aten we op het terras van de meest knusse tavernes en dronken cocktails bij de bar waar we nog geen twaalf uur later weer neer zouden strijken voor onze koffie om de dag te beginnen.
Mijn enige gedachte toen we weer de boot opgingen, terug naar het vasteland, was dan ook: hier kom ik terug
Het was een leven, een ritme, dat ik nog wel weke had kunnen voortzetten. Mijn enige gedachte toen we weer de boot opgingen, terug naar het vasteland, was dan ook: hier kom ik terug. Nu denk ik dat bijna elk jaar, op bijna elke bestemming waar ik kom. Ik weet dan ook dat de kans klein is dat ik er ècht volgend jaar alweer terugkom, omdat, als het volgend jaar dan weer eindelijk zomer is, er nog zoveel andere prachtige plekken zijn die ik wil bezoeken. Maar toch is Hydra anders. Het eiland zit in mijn hart. Want straks, als het weer herfst is, het om vijf uur ’s middags al donker is en de regen met bakken uit de lucht komt, zal ik nog heel vaak aan haar terugdenken. Aan dat lieflijke Griekse eiland, stralend in de zomerzon.
Mooi! En er waren toch ook nog de muildieren en muilezels?