Weekblog #166: Sanremo, bloemen en poëzie

Yes, er is weer een maandagblog! Er zijn inmiddels alweer drie weken verstreken sinds de laatste blog. Ik was wel al begonnen iets op papier te zetten vorig weekend, maar toen ging de zon met me aan de haal. En zo brak de week alweer aan en was het tijd voor vijf avonden Sanremo, het historische festival van de Italiaanse muziek. Ik schreef er vorig jaar al over, hoe in mijn opinie eigenlijk ieder land haar eigen Sanremo festival zou moeten hebben. Want het is zo ontzettend veel meer dan een liedjeswedstrijd. 

Groot durven dromen is misschien wel de grootste kunst des levens, zo vervolgde hij, want: “chi sogna arriva prima di chi pensa”

Op de eerste avond was zelfs de President van Italië, Signor Sergio Mattarella, aanwezig. Roberto Benigni – de Toscaanse acteur wereldberoemd om zijn schitterende vertolking in de film La Vita è Bella – opende het festival met een speech waarin hij rake dingen zei: het belang van artikel 11 in de grondwet, die iedereen het recht geeft op het uiten van zijn eigen mening en hoe we elkaar daarin moeten respecteren en vrijlaten. Iets waar, aldus Benigni, onze voorouders alleen maar van konden dromen. Groot durven dromen is misschien wel de grootste kunst des levens, zo vervolgde hij, want: “chi sogna arriva prima di chi pensa”.  Vertaald: degene die durft te dromen komt veel verder dan degene die enkel rationeel denkt. 

“Pensati libera” stond op de stola die ze over haar schouders had gedrapeerd toen ze haar grande entree maakte en over de grote trap van het Ariston theater naar beneden schreed: “denk jezelf vrij”

Net als elk jaar had gastheer Amadeus gastpresentatoren uitgenodigd om samen met hem de show te presenteren. De eerste avond en laatste avond was dat Chiara Ferragni, de meest beroemde fashion blogger en inmiddels business vrouw van Italië. Alleen de eerste avond al verscheen ze in maar liefst vier verschillende jurken, allemaal speciaal ontworpen met een achterliggende boodschap. Statements tegen het body-shamen van vrouwen, tegen online pesten, en tegen de heersende gender stereotypes. “Pensati libera” stond op de stola die ze over haar schouders had gedrapeerd toen ze haar grande entree maakte en over de grote trap van het Ariston theater naar beneden schreed: “denk jezelf vrij”. Want die kracht hebben we allemaal in ons. 

Het is mijn optiek het Italiaans dat Sanremo echt Sanremo maakt, en dat al drie-en-zeventig jaar lang

Er gebeurt zoveel op het Sanremo festival dat je haast zou vergeten dat het in de basis een liedjeswedstrijd is. Maar dat is en blijft het. En wat voor één. Alle nummers worden honderd procent live gezongen, én – en dat lijkt tegenwoordig een unicum op televisie – live begeleid door een groot orkest van strijkers, blazers en slagwerk, allemaal topmuzikanten in hun vak. Iedere artiest die het podium van het Ariston theater in Sanremo betreedt, brengt dan ook zijn eigen maestro mee, een dirigent of muzikaal leider. Het is en blijft natuurlijk een Italiaans festival, en ieder nummer moet dan ook in het Italiaans geschreven zijn. Het is mijn optiek het Italiaans dat Sanremo echt Sanremo maakt, en dat al drie-en-zeventig jaar lang. 

Het is met vlagen rauw en super direct, en met vlagen ongelofelijk poëtisch

Want wat blijft het een prachtige taal, dat Italiaans, en zeker niet alleen voor de meer romantische nummers. Met hun winnende nummer Zitti e Buoni liet Mäneskin ons twee jaar geleden horen dat het Italiaans zich ook perfect leent voor teksten van protest. Het is met vlagen rauw en super direct, en met vlagen ongelofelijk poëtisch. En daar ligt precies het geheim, als je het mij vraagt. Het Italiaans is een taal waarin je met een ogenschijnlijk gemak dingen zo ongelofelijk poëtisch verwoord, dat het een bepaalde nonchalance over zich heen krijgt. Een simpele Italiaanse zin is soms een kunstwerkje op zich. En dat kunnen niet alleen de zangers op Sanremo. 

Het is zonder twijfel één van de liefste, meest attente dingen die iemand ooit over/ tegen me heeft gezegd

Want toen ik drie weken geleden ging lunchen met Julia, een hele goede vriendin van me die ook hier in Milaan woont, had ze een prachtig, groot, felgekleurd boeket bloemen voor me meegenomen. Met een wasknijpertje had ze er een felgroen notitieblaadje aan gemaakt, waar ze vluchtig – gewoon buiten op straat onderweg van de bloemenstal naar mij – een tekst op gekrabbeld had. Maar dit was wat er stond “Per te, perché per me sei un giardino di gioie”. Oftewel: “Voor jou, want voor mij ben jij een tuin vol met vreugden”. Het is zonder twijfel één van de liefste, meest attente dingen die iemand ooit over/ tegen me heeft gezegd, en samen met de bos met allemaal verschillende bloemen, zo perfect. En hoewel de bloemen inmiddels verwelkt zijn, hangt het briefje in mijn keuken, waar ik het elke ochtend weer zie. Vanochtend, zondagochtend en de dag na de grote Sanremo-finale, besefte ik me dat dit precies is wat de Italiaanse taal met je doet. Dit is haar charme, haar kracht en de reden waarom miljoenen mensen op de wereld het Italiaans zo onweerstaanbaar vinden. Iets dat het Sanremo festival elk jaar opnieuw weer bewijst. Ik ben fan. 

P.S. Met het oog op de naderende Valentijnsdag heb ik het even gecheckt bij Julia, maar het is oké, je mag haar prachtige tekst overnemen…

1 thought on “Weekblog #166: Sanremo, bloemen en poëzie”

Comments are closed.