Ik ben terug! Terug in het land van la dolce vita, maar ook het land waar corona zo hard toesloeg. Toen ik eind februari besloot om ‘één blog’ te wijden aan dat gekke coronavirus dat we nu toch wel serieus moesten leken te nemen, had ik er geen idee van dat het virus vanaf dat moment aanwezig zou zijn in elke blog die volgde. Soms meer op de achtergrond, soms de impact ervan duidelijk beschreven. Ik vloog terug naar Nederland voor een weekend, maar zou uiteindelijk veel langer blijven. De vier dagen die vier maanden werden.
Nooit had ik kunnen bevroeden dat het bijna vier maanden zou duren voordat ik weer terug zou gaan. Dat kon ook helemaal niet, want ik had al mijn spullen toch nog gewoon thuis in Rome liggen?
Met een dikke bontjas (nepbont natuurlijk) verliet ik Rome op die frisse donderdagochtend in maart, en met een koffer vol met de meest luchtige zomerkleren ben ik nu teruggekeerd. Nooit had ik kunnen bevroeden dat het bijna vier maanden zou duren voordat ik weer terug zou gaan. Dat kon ook helemaal niet, want ik had al mijn spullen toch nog gewoon thuis in Rome liggen? De lakens nog precies zoals ik erin geslapen had, geen tijd om het bed op te maken omdat ik in allerijl naar het vliegveld was vertrokken. Maar zoals we ongetwijfeld allemaal geleerd hebben deze periode, zijn zoveel dingen die we niet voor mogelijk hadden gehouden toch opeens waarheid geworden. Mensen die twintig pakken wc-papier kochten (dat was je alweer bijna vergeten, hè), kinderen die maandenlang niet naar school gingen, barricades op de grens tussen Nederland en België met dag en nacht patrouillerende agenten, je favoriete kroeg bijna drie maanden gesloten, net als je favoriete restaurant, en niezen in het openbaar dat zo’n beetje de grootste misdaad van deze tijd werd. En toen het leven weer langzaam op gang kwam, veranderde die laatste ‘portemonnee – sleutels – telefoon’ check voor je de deur uitgaat in ‘portemonnee – sleutels – telefoon – mondkapje’. Van die laatste heb ik wel een doos vol meegenomen naar Italië. Check, check, check.
Ergens halverwege de lockdown stond ik voor de lastige keuze om mijn huis in Rome wel of niet op te zeggen, voor mij persoonlijk het moeilijkste moment in deze tijd
En ondanks alles kijk ik terug op een bijzondere, en zelfs dierbare tijd. Corona zelf was natuurlijk helemaal niet mooi. Sterker nog, het was en is verschrikkelijk. De zieken, overledenen, de oude mensen in verzorgingstehuizen die maandenlang werden afgesloten van de buitenwereld en hun geliefden, het brak mijn hart iedere keer dat erover geschreven werd. Liever had ik gehad dat het virus nooit had bestaan. Maar dankzij de manier waarop we hier met z’n allen mee om zijn gegaan werd het een bijzondere tijd. We zijn ongelofelijk begripvol en veerkrachtig gebleken, ook als de logica in de maatregelen soms ver te zoeken was. Er werd gemopperd, maar meer nog werd er positiviteit gedeeld. Er werd geluisterd naar elkaar, oprechter naar elkaar omgekeken, en zelfs vreedzaam en op anderhalve meter gedemonstreerd. Ergens halverwege de lockdown stond ik voor de lastige keuze om mijn huis in Rome wel of niet op te zeggen, voor mij persoonlijk het moeilijkste moment in deze tijd. Het was april, de lockdown in Italië was al voor de derde keer verlengd en geruchten begonnen rond te zoemen dat deze situatie nog wel eens tot september kon voortduren. Wie weet december, riep iemand. Mijn huis opzeggen voelde in eerste instantie alsof ik eigenhandig dat nieuwe leventje in Rome, dat ik eigenlijk nog maar net aan het opbouwen was, weer afbrak.
Ik zegde mijn Romeinse stekje op, liet het helemaal los en vanaf dat moment heb ik eigenlijk alleen nog maar genoten van mijn tijd in Nederland
In die dagen zag ik een bekende quote voorbijkomen, die ik al langer kende, maar nu opeens veel beter leek te begrijpen. “Het leven gaat niet om wachten totdat de storm voorbij is, het gaat erom te leren dansen in de regen”. En dat hielp me enorm. De situatie was nu eenmaal zoals ze was en die storm was allang hier. Maar, zo leerde ik, die storm mocht dan wel van alles omverblazen, dat wat in jezelf zit is zelfs bestand tegen windkracht twaalf. Mijn nieuwe leven in Rome was al een deel van mij geworden. Het zat in mij, niet in een huis. Ik zegde mijn Romeinse stekje op, liet het helemaal los en vanaf dat moment heb ik eigenlijk alleen nog maar genoten van mijn tijd in Nederland.
En terwijl de weken voorbijvlogen, was het opeens juli en was de dag aangebroken dat ik dan eindelijk terugging
Er waren twee surpriseparty’s – want we moeten er nu echt aan geloven dat de eersten in onze vriendengroep dertig zijn geworden – en er waren twee fantastische foto-shoots. Bij de één mochten mijn vriendin en ik helemaal los met ketchup en hotdogs, en bij de ander bevond ik me in het perfecte plaatje in een vintage Italiaans bootje op het water. Het werd Pasen, Moederdag en Vaderdag. Mijn broertje werd een jaar ouder, net als mijn twee beste vriendinnen. Alles werd anders gevierd dan anders, maar dat maakte het misschien alleen nog maar specialer. Ik had natuurlijk niet gedacht hierbij te kunnen zijn, maar ik was er wel en genoot ervan. En terwijl de weken voorbijvlogen, was het opeens juli en was de dag aangebroken dat ik dan eindelijk terugging.
Op zaterdag was het de hoogste tijd voor een gelato, mijn allereerste ijsje in Italië. Frutti di bosco en melone was het geworden en verwachtingsvol proefde ik het ijs. Maar… wat viel het tegen!
Afgelopen donderdag vloog ik naar Milaan, om vanuit hier verder te reizen naar Venetië. Een fantastischer eerste weekend in Italië had ik me niet kunnen wensen. Het was er rustig, maar gelukkig niet leeg, want niemand wil als enige gasten in een restaurant zitten. Het waren voornamelijk de Italianen zelf die la bella Venezia aandeden, en overal werden we met open armen ontvangen. Op zaterdag was het de hoogste tijd voor een gelato, mijn allereerste ijsje in Italië. Frutti di bosco en melone was het geworden en verwachtingsvol proefde ik het ijs. Maar… wat viel het tegen! Het bestaat dus toch, bedacht ik me, slechte ijsjes in Italië. Even later trilde mijn telefoon – een push-bericht – en tot mijn grote schrik las ik dat een deel van Catalonië met onmiddellijke ingang weer in lockdown zou gaan. Wetende dat één van mijn beste vriendinnen even daarvoor vanuit Nederland naar haar familie in Catalonië was afgereisd, opende ik vlug het bericht. Shit, het betrof Lleida, precies waar zij vandaan komt. Ik appte haar gelijk en vol ongeloof luisterde ik naar haar verhaal hoe ze onmiddellijk haar spullen had moeten inpakken, abrupt afscheid had moeten nemen van haar familie en binnen een uur de regio uit moest zien te komen.
Hoe graag ik ook had gewild nu te kunnen schrijven dat Italië en de rest van Europa zich opmaakt voor de meest dolce zomer ooit, was dit bericht gelijk weer een herinnering dat wij er ook hier nog niet vanaf zijn
Hoe graag ik ook had gewild nu te kunnen schrijven dat Italië en de rest van Europa – we weten helaas allemaal dat corona nog volop toeslaat op veel plekken in de wereld – zich opmaakt voor de meest dolce zomer ooit, was dit bericht gelijk weer een herinnering dat wij er ook hier nog niet vanaf zijn. In Italië lopen de besmettingen sinds een aantal dagen weer op, en ook al zijn deze cijfers nog maar een fractie van wat ze waren op het hoogtepunt, is het wellicht wel een signaal. Weer dacht ik aan die quote: het gaat erom te leren dansen in de regen. Het positieve te zien op elk moment en ongeacht de omstandigheden dankbaar en gelukkig te kunnen zijn. Want als deze tijd me iets heeft geleerd, is het wel dat dat ware geluk in de allerkleinste dingen zit. De volgende dag besloten we nog een gelato te nemen. Weer koos ik voor frutti di bosco, dit keer gecombineerd met stracciatella. Ik proefde en… het was het meest verrukkelijke en dolce ijsje dat ik ooit heb gegeten.
Duimen dat het corona-virus niet opnieuw roet in het eten strooit …….