Ik ben weer in Nederland! En hoewel mijn terugkeer niet zonder slag of stoot verliep (iets met het verkeerde type coronatest, NS-achtige taferelen in Italië met een trein die vaststond in een weiland op weg naar het vliegveld van Fiumicino, en héél veel stokjes in mijn neus) kon ik afgelopen week dan toch vol vertrouwen langs de douane op Schiphol lopen. Ik haalde opgelucht adem, de oversteek was weer gemaakt.
Deze keer is het niet louter de stad waar ik over een paar weken naar terug zal keren
En hoewel het altijd heel erg fijn is om terug te komen en familie en vrienden weer te zien, voelt het ook gek de allereerste dag. Alsof ik nog even op de juiste frequentie moet afstemmen voordat ik weer helemaal mee kan gaan in het leven hier. Tegelijkertijd is mijn Romeinse sociale cirkel nooit te beroerd om me met veel gevoel voor drama op mijn grote gemis te wijzen. Zo kreeg ik al na een paar dagen een liedje – afkomstig uit lang vervlogen tijden aan de rokerige en krakende opname en de klassieke mannenstem te horen – doorgestuurd, “Anne, dit liedje wijd ik aan jou”. Getiteld: Arrividerci Roma, een melancholische canzone over het dromen van een terugkeer naar Rome. Arrivederci, oftewel: Tot we ons weer zien. Echter, deze keer is het niet louter de stad waar ik over een paar weken naar terug zal keren, zo ontdekte ik vorige week.
Behalve de pasta die in een stijlvol restaurantje op een idyllisch plein simpelweg extra verrukkelijk smaakt, viel er nóg iets op
Net voor vertrek maakte ik namelijk nog de allereerste avond ‘in vrijheid’ mee. Na maanden gingen de restaurants weer open, en voor het eerst sinds oktober ook in de avonduren. Dat betekende dus dat er na een half jaar eindelijk weer buiten de deur gedineerd kon worden. Je kunt je voorstellen dat de Romeinen verder weinig aanmoediging nodig hadden, en wij al evenmin. Ik at een pasta cacio e pepe en dronk een glas rode chianti. Maar behalve de pasta die in een stijlvol restaurantje op een idyllisch plein simpelweg extra verrukkelijk smaakt, viel er nóg iets op. Puppy’s. Héél véél puppy’s.
Ik kon nu maar een ding concluderen: de effecten van de tweede lockdown waren duidelijk zichtbaar
Na een vluchtige inspectie van het terras moest ik vaststellen dat wij het enige tafeltje waren zonder viervoeter in het gezelschap. Verder was het er een drukte van jewelste. Van een zwarte labrador met een prachtige, glanzende vacht tot een boxer met een overduidelijke bewijsdrang te laten zien wie er de baas was en van een chihuahua in een roze jasje tot een schattig hondje dat verlegen onder de stoel van haar baasje bleef zitten terwijl ze een tikje angstvallig de boxer vol testosteron gadesloeg. Honden bleken maar weer eens een verbindende factor te zijn en al gauw werden er volop nieuwtjes over de beesten uitgewisseld tussen de tafeltjes. Wat bleek? De meesten bleken niet ouder dan een half jaar. Hoewel Romeinen altijd al dol op honden waren – en op katten trouwens ook – kon ik nu maar een ding concluderen: de effecten van de tweede lockdown waren duidelijk zichtbaar.
In ruil voor mijn gift kreeg ik een dierenkalender met de meest schattige foto’s, dus je begrijpt dat ik haar onmogelijk kon weigeren
Het deed me denken aan het meisje dat me een week eerder had aangeklampt op straat voor een donatie voor een goed doel dat zich inzet voor Romeinse huisdieren. In ruil voor mijn gift kreeg ik een dierenkalender met de meest schattige foto’s, dus je begrijpt dat ik haar onmogelijk kon weigeren. Dankzij hun stichting hadden maar liefst zeshonderd honden – waaronder veel puppy’s – in het afgelopen half jaar een nieuw thuis gevonden. Een bericht dat me oprecht blij maakte. Inmiddels heb ik ook wel een idee waar ze zoal terecht gekomen zijn.
Terwijl ik aan boord ging van het Alitalia toestel en in mijn stoel bij het raampje neerplofte, moest ik nog even aan ze denken. Arrivederci Rome, maar vooral arrivederci kleine Romeinse druktemakers
Hoewel ik altijd team katten ben geweest in plaats van team honden, deed het kinderlijke enthousiasme van de honden en de liefde waarmee de Italianen over hun puppy’s praten ook mijn hart een beetje smelten. Nu alle bars en restaurants hun deuren weer hebben geopend, is er ook voor hen veel meer te beleven, te zien en te ruiken in een stad waar al meer dan tweeduizend jaar met veel geblaf en imposant gedrag territoriums worden afgebakend. Dus terwijl ik aan boord ging van het Alitalia toestel en in mijn stoel bij het raampje neerplofte, moest ik nog even aan ze denken, al die nieuwsgierige snuiten die opeens met veel interesse en gekwispel om me heen stonden toen het bord dampende pasta voor mijn neus werd neergezet. Arrivederci Rome, maar vooral arrivederci kleine Romeinse druktemakers. Want wanneer ik weer terug ben over een paar weken, zijn jullie geheid allemaal weer een beetje gegroeid.