Weekblog #98: Afkicken van Italië

Het is weer maandag en ik nip van mijn cappuccino op een Romeins terras bij mij in de straat terwijl ik ondertussen mijn laptop openklap om deze blog te schrijven. Ik bekijk de losse gedachtenspinsels die ik vanochtend in het vliegtuig heb getypt. Het duurt even voor ik inspiratie vind. Ik ben drie dagen in Nederland geweest en die drie dagen waren propvol gepland met allemaal leuke dingen met familie en vrienden. Hierdoor heb ik haast geen minuut stilgezeten, laat staan dat ik heb nagedacht over mijn blog van deze week.

Ik was gelijk diep onder de indruk, want ik had nog nooit zo’n geperfectioneerde Italiaanse zaak buiten de Italiaanse landgrenzen gezien. Elk detail klopte

Ik laat mijn gedachten glijden over het afgelopen weekend. Op vrijdagochtend was ik toevallig met mijn vader in Sittard, dus besloot ik de gelegenheid aan te grijpen om langs te gaan bij Soffritto, een Italiaanse zaak. De eigenaresse en ik kenden elkaar van Instagram, en nu maakten we dan eindelijk echt kennis. Ik was gelijk diep onder de indruk, want ik had nog nooit zo’n geperfectioneerde Italiaanse zaak buiten de Italiaanse landgrenzen gezien. Elk detail klopte. Alle drankjes in de koeling – van het merk ijsthee tot de bieren – waren Italiaans, en zelfs de radio stond afgestemd op een Italiaanse zender waardoor er een schel “Buongiorno!” door de zaak schalde. Hier vergeet je letterlijk dat je in Nederland bent. De cappuccino die ik er dronk was natuurlijk perfect en na één blik op de vitrine besloten we Romeinse pizza al taglio (vierkante stukken pizza met een dikke, knapperige bodem) en Siciliaanse arancini mee te nemen voor de lunch. 

Toen we thuiskwamen rond het middaguur trof ik mijn moeder in de keuken aan die de bleekselderij al stond fijn te snijden voor de soffritto

Echter, toen we thuiskwamen rond het middaguur trof ik mijn moeder in de keuken aan die de bleekselderij al stond fijn te snijden voor de soffritto, de klassieke Italiaanse mix van wortel, ui en bleekselderij èn dus de naam van de Italiaanse zaak waar ik even daarvoor nog was. Het is de basis van verschillende gerechten, waaronder de lasagna. Het recept van de klassieke school in Bologna heb ik tijdens de eerste lockdown voor haar opgeschreven en is sindsdien eigenlijk vaste prik wanneer ik in Nederland ben. Iets waarover je mij niet zult horen klagen.

Mijn team bestaande uit ooms, neefjes, nichtjes en wat leden van de ‘koude kant’ zei onmiddellijk dat ze een Italiaanse teamnaam wilde, dus het niet bijster originele maar prachtig klinkende La Squadra Bella was geboren

Op zaterdag was het tijd voor onze jaarlijkse familiedag met mijn vaders kant van de familie. Elk jaar zit er een competitie-element in, en zo werden we opgedeeld in vier groepen. Mijn team bestaande uit ooms, neefjes, nichtjes en wat leden van de ‘koude kant’ zei onmiddellijk dat ze een Italiaanse teamnaam wilde, dus het niet bijster originele maar prachtig klinkende La Squadra Bella – de letterlijke vertaling van “het mooie team” – was geboren. Helaas wisten we de eretitel – zoals die andere squadra bella, het Italiaanse nationale elftal, afgelopen juli wel deed – niet te bemachtigen. Aan ons fanatisme lag het in ieder geval niet. 

’s Avonds zaten we middenin de bekendmaking van de tussenstand toen mijn tante mij wegriep “want jij spreekt Italiaans”

’s Avonds zaten we middenin de bekendmaking van de tussenstand toen mijn tante mij wegriep “want jij spreekt Italiaans”. Wat bleek? De catering was gearriveerd, en grote dozen pizza (familieformaat) en gigantische bakken vol gnocchi alla sorrentinatortellini en lasagna werden binnengedragen. De berekening van de porties was overduidelijk ook op z’n Italiaans gedaan, want het was veel te veel om die avond op te krijgen. Je kunt wel raden wat vele familieleden, inclusief ik, de volgende dag ook nog aten. 

Het volgende half uur ging het over wijnproeverijen, de wereldberoemde Brunello wijn, prachtige uitzichten, en smalle landweggetjes waar taxichauffeurs veel te hard overheen zoefden

Op zondagmiddag zag ik mijn goede vrienden eindelijk weer op het gezellige terras van café du Pont in Roermond. Zij zijn afgelopen zomer met elkaar op vakantie geweest in de Val d’Orcia in Toscane, waar ik afgelopen juni ook een paar dagen verbleef. Ze bleken er precies dezelfde plaatsen hebben bezocht als ik: Montepulciano, Pienza en Montalcino, dus zodra ik aankwam barstten ze enthousiast los met het ophalen van herinneringen en vertellen van verhalen. Het volgende half uur ging het over wijnproeverijen, de wereldberoemde Brunello wijn die één van de jongens, een echte bierdrinker, heeft getransformeerd tot precieze wijnkenner, prachtige uitzichten, en smalle landweggetjes waar taxichauffeurs veel te hard overheen zoefden. Als vanzelfsprekend kwamen mijn eigen herinneringen aan die dagen in Toscane komen ook gelijk weer boven.

In geuren en kleuren vertelde ik haar alles en door al haar enthousiaste vragen beleefde ik die bijzondere periode weer helemaal opnieuw

Na een uurtje schoof er nog een andere vriendin aan die ik ook al veel te lang niet had gezien. Zo lang zelfs, dat ze mijn verhalen van het Eurovisie Songfestival, en over de band Mäneskin in het bijzonder, nog helemaal niet gehoord had. In geuren en kleuren vertelde ik haar alles en door al haar enthousiaste vragen beleefde ik die bijzondere periode weer helemaal opnieuw. Het deed me beseffen hoe bijzonder dit jaar tot nu toe al is geweest.

De eigenaar van de bar kwam even bij mijn tafeltje staan: “En, hoe was je weekend in Nederland? Je hebt Italië vast gemist he!”

Maar zoals altijd vliegt zo’n weekend voorbij en voor ik het wist was ik alweer op weg naar het vliegveld. Thuis in Rome aangekomen besloot ik meteen de deur uit te gaan om koffie te drinken en dit stukje te schrijven. Dus hier zit ik dan, terwijl ik het afgelopen uur enthousiast deze blog heb geschreven. En waar die vleug van inspiratie opeens vandaan kwam? Nou, de eigenaar van de bar kwam even bij mijn tafeltje staan: “En, hoe was je weekend in Nederland? Je hebt Italië vast gemist he!”. Wat moet ik daar nou op antwoorden? Zelfs àls ik zo af en toe al zou willen afkicken van het Italiaanse leven, wordt het me bijzonder lastig gemaakt. En had ik al gezegd dat de zon drie dagen lang heeft geschenen tegen een stralend blauwe lucht?

1 thought on “Weekblog #98: Afkicken van Italië”

  1. Was inderdaad een mooi weekend. En ook door mij herinneringen opgehaald over Sittard waar ik in 1976 mijn studie aan de HEAO afrondde.

Comments are closed.