Vandaag ben ik precies een week terug in Rome na een onderbreking van mijn Italiaanse leven van vijf-en-één-halve week. Wat is de situatie in rap tempo veranderd. In slechts een paar dagen tijd zijn we hier in Italië van minimale beperkingen (lees: overal een mondkapje) gegaan naar een avondklok, een sluiting van alle sportscholen, theaters en bioscopen en de horeca die om zes uur ’s avonds – in Italië nog lang geen etenstijd – haar deuren moet sluiten. Je merkt het ook aan de mensen. In tegenstelling tot afgelopen zomer lijkt ieder gesprek toch weer uit te komen op dat gevreesde virus en miljoenen Italianen zaten gisteren om half twee aan de buis gekluisterd om de persconferentie van premier Conte live te volgen. Sinds afgelopen vrijdag moeten we in Rome allemaal om stipt middennacht binnen zijn. Een Italiaanse vriend waarmee ik dit weekend wat zou gaan eten appte me: “Dobbiamo fare la Cinderella, we moeten de Assepoester doen. Want zodra de klok twaalf uur slaat, is de betovering verbroken en verandert onze koets weer in een pompoen”. En zo werd Rome in één klap een stad van drie miljoen Assepoesters.
Er is nog maar één vraag die eigenlijk iedereen in Italië – de herinnering aan het afgelopen voorjaar nog vers in het geheugen – bezighoudt. Gaan we straks weer in lockdown?
Uiteindelijk is het etentje met die vriend niet door kunnen gaan. Aangezien hij in een apotheek werkt, werd hem gevraagd alle onnodige – en dus sociale – contacten per direct uit de weg te gaan. Evenementen en feestjes worden geannuleerd en inmiddels is er nog maar één vraag die eigenlijk iedereen in Italië – de herinnering aan het afgelopen voorjaar nog vers in het geheugen – bezighoudt. Gaan we straks weer in lockdown? Geruchten beginnen rond te zingen, want iedereen beseft zich maar al te goed dat we hard op de kerstperiode afstevenen. Kérstmis. “Het is straks alweer kerstmis en we zitten nog stééds, of liever gezegd alwéér, in deze ellende”, hoor ik twee vrouwen tegen elkaar mopperen bij de kassa als ik mijn boodschappen op de band leg. Ik ben de eerste die verkondigt dat we ons moeten richten op wat er nog allemaal wel kan, hoe belangrijk het is om een positieve mindset te houden en dat we vooral de kleine dingen in het leven moeten koesteren. Maar toch kan ik niet ontkennen dat dit gevoel ook mij soms bekruipt: wat gebeurt er toch allemaal? Hoe zijn we hier met z’n allen in terecht gekomen? En wanneer is het nou gewoon helemaal klaar?
Toen ik gisteravond in de keuken stond schrok ik me dan ook helemaal kapot toen uit het niets felle lichtflitsen de gebouwen verlichten, afgewisseld met keiharde knallen, wat onmiddellijk ontaardde in het luide, paniekerige geblaf van tientallen honden in de buurt
Is het niet onwerkelijk hoe nonchalant we het tegenwoordig hebben over een ‘lockdown’ terwijl dit tot minder dan een jaar geleden eigenlijk enkel een fenomeen was dat we uit sprookjes kenden? Denk maar aan Rapunzel, die met haar meterslange, magische haren in een torenkamertje werd opgesloten, geïsoleerd van de wereld. Het is natuurlijk niet de grootste verassing dat er inmiddels mensen zijn die zich afzetten tegen de maatregelen. In Italië is dat niet anders. Toen zaterdag de plannen uitlekte dat de horeca om zes uur dicht moet – hun doodsteek zoals ze zelf betogen aangezien er met de lunch niks meer te verdienen valt omdat iedereen thuis werkt en er nauwelijks toeristen zijn – ontstonden er dan ook grote protesten op de Piazza del Popolo, het plein van het volk, die al snel een behoorlijk grimmig en gewelddadig karakter kregen. De foto’s en filmpjes die ik zag waarin er met papierbommen naar de politie werd gegooid, waren dan ook niet bepaald iets om je vrolijk te stemmen. Toen ik gisteravond in de keuken stond schrok ik me dan ook helemaal kapot toen uit het niets felle lichtflitsen de gebouwen verlichten, afgewisseld met keiharde knallen, wat onmiddellijk ontaardde in het luide, paniekerige geblaf van tientallen honden in de buurt. Onmiddellijk dacht ik dat dit ook protesten waren van fanatieke betogers, en ik vond het nogal heftig hoe ze tekeer gingen met kilo’s vuurwerk die de hele buurt in een grijze mist nevelde.
Met een van de schrik nog wit weggetrokken gezicht stond ik dan ook nog op het balkon naar het vuurwerk te kijken toen Alessandro, mijn huisgenoot, lachend binnenstormde. Die priester had behoorlijk uitgepakt dit jaar! De priester?
Maar wat bleek maar weer eens? Niet alles is zoals het lijkt. Heel vaak hebben we toch stiekem een beetje de neiging tot doemdenken, iets dat de Italianen ook niet onbekend is. Met een van de schrik nog wit weggetrokken gezicht stond ik dan ook nog op het balkon naar het vuurwerk te kijken toen Alessandro, mijn huisgenoot, lachend binnenstormde. Die priester had behoorlijk uitgepakt dit jaar! De priester? Niet begrijpend keek ik hem aan. Deze gigantische vuurwerkshow in een rustige woonwijk in Rome op een doodgewone zondagavond in oktober – daar konden ze met de Nieuwjaarsnacht bij de Erasmusbrug in Rotterdam nog een puntje aan zuigen – bleek ter gelegenheid van het parochiefeest van de lokale kerk. Waar de kerkgangers vorig jaar nog vredig zingend en met aangestoken lampionnen in een processie door de straten trokken, moet meneer de pastoor dit jaar hebben gedacht: als we niet meer mogen zingen, laten we wel op een andere manier van ons horen. Want die patroonheilige moest hoe dan ook vereerd worden.
Ik had de luxe dat ik werd opgehaald van het vliegveld en dat er binnen een uur nadat de wieltjes van het toestel de landingsbaan hadden geraakt een dampend bord verse pasta carbonara voor mijn neus stond
Grinnikend, en met een heel ander gevoel dan vijf minuten eerder, keek ik dan ook naar het laatste gedeelte van het spektakelstuk dat zich tegen de zwarte lucht aftekende. Ik besefte dat dit voorbeeld tekenend was voor hoe mijn eerste week terug in Rome is verlopen. Want ondanks alle coronaperikelen die ik eerder beschreef inclusief gecancelde etentjes en veel uitgesproken zorgen, heb ik best hele fijne dagen gehad. Ik had de luxe dat ik werd opgehaald van het vliegveld en dat er binnen een uur nadat de wieltjes van het toestel de landingsbaan hadden geraakt een dampend bord verse pasta carbonara voor mijn neus stond en afgelopen vrijdag had ik een heel gezellig weerzien met een vriendin die ik al meer dan vier jaar niet had gezien. Op donderdagmiddag ging ik met een goede vriendin en haar twee peuters taartjes eten bij een pasticceria – gewoon omdat het kon – en bestelden we een aardbeientaartje, een slagroomtaartje en een warme chocomel. Per persoon. Op zaterdag besefte ik door een appje van mijn broertje dat het precies een jaar geleden was dat ik mijn grote Italiaanse avontuur aanging en spontaan besloot ik dit toch best bijzondere feit te vieren. Je raadt het al, alweer een taartje. Na jaren, zo heb ik me laten vertellen althans, worden we hier in Rome eindelijk weer eens getrakteerd op een fantastische ottobrata (een Romeins fenomeen van zonovergoten herfstdagen met temperaturen van begin twintig graden, typisch voor midden oktober) waardoor we ons hier over onze portie vitamine-D nog lang geen zorgen hoeven te maken. De herfstzon doet het oranje pleisterwerk van de Romeinse gebouwen nog beter uitkomen dan ooit.
Nu er dingen zijn gebeurd in de wereld die we tot voor kort nog niet mogelijk hadden gehouden met sprookjesachtige taferelen tot gevolg – met z’n allen in lockdown zoals Rapunzel en om twaalf uur thuis moeten zijn zoals Assepoester – kunnen we ons met één gedachte troosten
Ik geloof dat het wel duidelijk is wat ik probeer te zeggen: tel je zegeningen. Hoe vaak werd er toen we klein waren niet tegen ons gezegd dat sprookjes niet bestaan. Door de juf, je moeder of misschien zei je het zelfs tegen jezelf. Maar nu er dingen zijn gebeurd in de wereld die we tot voor kort nog niet mogelijk hadden gehouden met sprookjesachtige taferelen tot gevolg – met z’n allen in lockdown zoals Rapunzel en om twaalf uur thuis moeten zijn zoals Assepoester – kunnen we ons met één gedachte troosten. De allerkrachtigste en meest positieve gedachte die je leven een stuk lichter kan maken als je het even niet meer ziet zitten komende tijd. Want onthoud één ding: sprookjes lopen altijd goed af. En ze leefden nog lang en gelukkig…
Mooi.