Precies vijf weken geleden publiceerde ik een blog met de tip van nonna om je – mocht je onverhoopt in quarantaine geplaatst worden – te storten op het bereiden van de perfecte polpette al sugo, gehaktballen in tomatensaus. Dat was natuurlijk bedoeld met een knipoog, want zover zou het toch niet komen?
Ik had nooit gedacht dat ik dit zou zeggen maar het gaat me eigenlijk verrassend goed af. Ik heb me nog geen seconde verveeld
Voordat deze coronacrisis uitbrak, was het begrip ‘in quarantaine geplaatst worden’ behoorlijk abstract en associeerde ik dit louter met spierwitte kamers waar enkel mensen gekleed in marsmannetjes-pakken in en uit mogen en waar er bij ieder ronddwarrelend stofdeeltje een loeiende sirene afgaat. In ieder geval iets dat mezelf, met een beetje geluk, nooit zou overkomen. Althans, zolang ik niet volledig onbeschermd op een exotische verkenningstocht ergens diep in de jungle zou gaan. Dat we ook met miljoenen mensen tegelijk in thuisquarantaine konden zitten, was simpelweg nog nooit in me opgekomen. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week thuis, met uitzondering van het kleine ommetje door de velden of uitstapje naar de supermarkt. Voor iedereen die normaal gesproken niet van die echte huismussen zijn – en ik heb het inderdaad ook over mezelf – is dit een behoorlijke ommezwaai. Aan weekboodschappen heb ik nog nooit gedaan en zodra ik maar één keer hoef te gapen (of gewoon zin krijg in koffie), pak ik mijn tas en sprint ik naar de bar om de hoek. Maar nu is alles anders en zijn we veroordeeld tot een leven aan huis. Ik had nooit gedacht dat ik dit zou zeggen maar het gaat me eigenlijk verrassend goed af. Ik heb me nog geen seconde verveeld: eindelijk ben ik begonnen met het leren van Spaans, ben ik de biografie van Michelle Obama aan het lezen nadat deze al ruim een jaar in de kast stond en begin ik iedere ochtend braaf mijn dag met honderd squats, vijftig lunges (lunges ja, geen lunches) en andere oefeningen waarvan ik eigenlijk geen idee heb hoe ze heten.
Gedurende mijn tienerjaren sleten mijn vriendinnen en ik zo’n beetje ieder vrij uur na school op het terras met als gevolg dat toen ik op mijn achttiende naar Amsterdam vertrok, ik eigenlijk geen flauw idee had hoe je groenten kookte of een douche fatsoenlijk moest schoonmaken
Ook de mensen om me heen zie ik opeens dingen doen die ze anders waarschijnlijk nooit gedaan hadden. Mijn vader heeft op zijn 65evoor het eerst een puzzel gemaakt – dat hem zo in zijn greep hield dat hij er zelfs dagenlang later voor naar bed ging – en een goede vriendin heeft een verborgen vlogtalent ontdekt nu ze dagelijks de meest creatieve en grappige filmpjes van haar fitness work-out maakt. Van zelf je haar verven tot als juf je schoollessen via Instagram livestreamen: nood breekt wet maar stiekem leren we er hartstikke veel van. Zoveel thuis zijn betekent ook – in theorie dan – opeens zeeën van tijd hebben voor huishoudelijke klusjes, dat nooit mijn favoriete dagbesteding is geweest. Gedurende mijn tienerjaren sleten mijn vriendinnen en ik zo’n beetje ieder vrij uur na school op het terras met als gevolg dat toen ik op mijn achttiende naar Amsterdam vertrok, ik eigenlijk geen flauw idee had hoe je groenten kookte of een douche fatsoenlijk moest schoonmaken. Als huisvrouw scoorde ik nog bepaald niet veel punten, en de titel desperate housewife, wanhopige huisvrouw, was meer van toepassing. Hoe anders dit is in Italië zou ik vanzelf ontdekken…
Maar nu dreigde er zich een rampscenario te voltrekken aangezien we keihard afstevenden op het horrorscenario van een ongedweilde vloer, twee weken lang!
Zonder al te veel te generaliseren mag je wel veronderstellen dat Italianen in veel dingen bedreven zijn, en zo ook in het huishouden. Overigens heb ik het dan zeker niet alleen over de Italiaanse vrouw. Toen ik vijf jaar geleden voor het eerst naar Rome verhuisde, kwam ik in een prachtig huis te wonen met twee Italiaanse meiden. Beiden nog hartstikke jong: 18 en 19 jaar. Na vijf jaar in studentenhuizen in Amsterdam te hebben gewoond – waar het ondanks de inspanningen van de schoonmaakster normaal was dat er muizen over het aanrecht renden, we in de zomer standaard mierenplagen hadden en niemand ooit echt een grondige poging deed de schimmel in de badkamer te verwijderen (ook de schoonmaakster niet) – ging er hier een wereld voor me open. In Italië is het namelijk geen gegeven dat een studentenhuis behoorlijk vies is, en last-minute paniekschoonmaakbeurten als ouders op bezoek komen zijn hier volstrekt overbodig. Eén van de eerste dingen die we bespraken in mijn nieuwe Romeinse huis was dan ook het schoonmaakrooster: maar liefst twee keer per week moesten de badkamer, keuken, woonkamer en gang compleet geboend en gedweild worden en de taken werden strikt verdeeld. Je beurt een keer overslaan was simpelweg ondenkbaar en zo kwam het regelmatig voor dat ik nog om elf uur ’s avonds de vloer stond te soppen omdat ik even vergeten was dat de week alweer voorbij was. Toen de examentijd in december voor de deur stond, kwam ik op een dag thuis om daar mijn twee huisgenootjes aan te treffen met een gezicht alsof er iemand was overleden. Er moest een crisisoverleg gepleegd worden. Ze waren namelijk gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat ons schoonmaakschema niet te combineren viel met de hoge studiedruk voor de examens. Tot overmaat van ramp kon de moeder van een van hen dat weekend niet vanuit Salerno – een stad nog iets verder gelegen dan Napels – naar Rome afreizen om ons huis onderhanden te nemen, zoals ze regelmatig deed. Dat vond ik altijd fantastisch, want als ze weer eens langs was geweest rook ons huis nog dagen naar citroen en lag de diepvries weer volgepakt met heerlijkheden. Maar nu dreigde er zich een ramp te voltrekken aangezien we keihard afstevenden op het horrorscenario van een ongedweilde vloer, twee weken lang! Unaniem werd er dan ook gestemd – ik had ook niet echt een andere keuze – om gedurende die twee weken maar liefst vier keer een schoonmaakster in te vliegen. Waarschijnlijk meer voor de gemoedstoestand van mijn twee huisgenootjes dan voor een blinkende vloer.
Kan de desperate housewife een echte door de wol geverfde huisvrouw worden?
Hoewel mijn tijd in Italië me, tot grote vreugde van mijn moeder, het een en ander heeft bijgeleerd op huishoudelijk gebied, zijn de echte verfijnde kneepjes van het vak me nog steeds niet helemaal eigen. Nu ik in Nederland in quarantaine zit met mijn moeder in de buurt, is dit natuurlijk de uitgelezen kans om mijn huishoudelijke capaciteiten weer wat op te vijzelen. Met andere woorden: kan de desperate housewife een echte door de wol geverfde huisvrouw worden?
Eigenlijk zou ik heel graag willen kunnen naaien, maar in het kader van geen onrealistische doelen stellen beginnen we maar met een knoop
Inmiddels heb ik voor het eerst van mijn leven een Perzisch tapijt schoongemaakt, geleerd hoe je grasvlekken uit een gloednieuwe spijkerbroek krijgt (tijdens een van mijn quarantaine-wandelingen heb ik het voor elkaar gekregen van een slagboom af te vallen in het gras toen ik aan het bellen was met een vriendin) en heb ik bedacht dat ik graag wil leren hoe je een knoop aanzet. Eigenlijk zou ik heel graag willen kunnen naaien, maar in het kader van geen onrealistische doelen stellen beginnen we maar met een knoop. Ik ben dus al aardig punten aan het scoren als perfecte huisvrouw to be, maar dit alles heeft helaas nog geen diep verborgen huishoudpassie in me losgemaakt. Er is echter één ding dat ik heb ontdekt waar ik wel heel veel plezier aan beleef: de keuken. De Hollandse cucina van aardappelen, groenten en vlees heeft me nooit achter het aanrecht gekregen, maar de Italiaanse keuken daarentegen brengt deze quarantainetijd de beste aspirant-kok in me naar boven.
Afgelopen week realiseerde ik me dat ik mezelf een iets grotere uitdaging moest stellen om de ladder van de perfecte huisvrouw nog wat verder te beklimmen. Ik koos voor de capolavoro – oftewel het meesterwerk – van de Italiaanse keuken
Het begon allemaal bij het grote gemis van mijn dagelijkse, schuimige cappuccino. Na enkele pogingen waarbij de melk tijdens het opschuimen tot twee keer toe per ongeluk over de rand van het kannetje klotste en de keuken van de vloer tot aan het plafond ondergespat zat, heb ik ‘m dan toch weten te perfectioneren. Vijf huisvrouwpunten. Vervolgens leek het me een goed idee om de Romeinse keuken in te duiken, en mijn eerste project was dan ook het bereiden van een perfecte pasta alla gricia. Pasta met uitgebakken guanciale (wangspek, maar ik heb ontdekt dat zuurkoolspek een goed Nederlands alternatief is), zwarte peper en pecorinokaas. Is dat alles? Sì! Tien huisvrouwpunten. Toen volgde een pasta all’amatriciana: slierten bucatini pasta met passata van tomaten, guanciale en pecorinokaas. Is dat alles? Alweer sì! en nogmaals tien huisvrouwpunten. Afgelopen week realiseerde ik me dat ik mezelf een iets grotere uitdaging moest stellen om de ladder van de perfecte huisvrouw nog wat verder te beklimmen. Ik koos voor de capolavoro – oftewel het meesterwerk – van de Italiaanse keuken: een traditionele ragù, of zoals we ‘m in Nederland kennen: bolognese-saus. Een gerecht dat urenlang moet pruttelen op het vuur, dus om elf uur ’s ochtends stond ik het heilige Italiaanse trio van ui, wortel en bleekselderij al fijn te hakken. Ik voelde me een ware Sophie Loren, behalve actrice is zij een geroemde keukenprinses, toen ik om het uur weer in de pan stond te roeren en er op gevoel scheutjes rode wijn bijdeed. ’s Avonds maakte ik van deze ragù een heerlijke lasagne en mijn huisgemaakte besciamella saus – nooit geweten dat dit slechts melk, meel, boter en een snufje nootmuskaat vergt – maakte het helemaal af. Vijftig huisvrouwpunten. Minstens! En mijn missie is nog niet klaar. Vandaag is het nationale pasta carbonara dag in Italië, mijn absolute favoriet en de enige Romeinse pasta waar ik me tot op heden niet aan heb durven wagen: het vergt minutieuze precisie en ervaring om ervoor te zorgen dat de pasta precies goed op temperatuur is om het eigeel in een romige crème te laten veranderen. Eén stukje gestold eigeel, en je hele pan kan de prullenbak in. Maar wil ik die status als perfecte huisvrouw bereiken, zal ik wat grotere risico’s moeten nemen en ik vind dat dit carbonara project goed is voor tenminste honderd huisvrouwpunten. En dan zijn er nog de gehaktballen van nonna natuurlijk! Met Pasen voor de deur kan er eigenlijk niks anders bereid worden dan deze polpette, die hun gewicht in goud waard zouden zijn. Oftewel: niet meer in huisvrouwpunten uit te drukken.
Ik ga mijn Italiaanse kookkunsten zo goed ontwikkelen dat ik mijn gebreken als de niet zo perfecte huisvrouw ruimschoots kan compenseren. Maskeren nog liever
Ondertussen zitten we al in week vier van de thuisquarantaine en ik heb me nu bedacht dat dit mijn nieuwe tactiek wordt in het leven. Ik ga mijn Italiaanse kookkunsten zo goed ontwikkelen dat ik mijn gebreken als de niet zo perfecte huisvrouw ruimschoots kan compenseren. Maskeren nog liever. Weg met die desperate housewife. Want kan ik nu onderhand al een knoop aanzetten? Nee, nog niet. Maar kan ik inmiddels mijn moeder met schuimige cappuccini en romige pasta’s verleiden het voor mij te doen? Assolutamente sì!
Bön benuujd nao de polpette!
Ik kijk nu al uit naar de perfecte cappuccino gemaakt door Anne Schmitz (L)
Hopelijk heeeeeel snel!
En, is de carbonara gelukt?? 🙂